Nieuws
Podcast 'Adres Bekend' over de Vughtse gemeentepolitie
17 december 2024
Podcast ‘Adres Bekend’: aflevering 10 over de Vughtse gemeentepolitie
Aflevering 10 van de historische podcast Adres Bekend is een bijzondere editie. Deze keer wandelen Joyce en Ans naar de Secretaris van Rooijstraat 1 waar ooit het politiebureau van Vught stond en de gemeentepolitie gehuisvest was. In deze podcast komen oud-politieagenten Jan Meulenbroeks, Fred Cornelissen en Hans Suèr aan het woord, op de foto nog jonge broekies. Zij vertellen over de gemeentepolitie van toen. De podcast is hier te luisteren en op Spotify te vinden. Geef het door! Podcast Adres Bekend
foto: De gemeentepolitie van Vught in 1969 bij het afscheid van korpschef Van ’t Hof.
Podcast ‘Adres Bekend’: aflevering 10 over de Vughtse gemeentepolitie
Aflevering 10 van de historische podcast Adres Bekend is een bijzondere editie. Deze keer wandelen Joyce en Ans naar de Secretaris van Rooijstraat 1 waar ooit het politiebureau van Vught stond en de gemeentepolitie gehuisvest was. In deze podcast komen oud-politieagenten Jan Meulenbroeks, Fred Cornelissen en Hans Suèr aan het woord, op de foto nog jonge broekies. Zij vertellen over de gemeentepolitie van toen. De podcast is hier te luisteren en op Spotify te vinden. Geef het door! Podcast Adres Bekend
foto: De gemeentepolitie van Vught in 1969 bij het afscheid van korpschef Van ’t Hof.
Schatten van Vught
De nieuwe ‘Schatten van Vught’
Honderd jaar ‘Over ’t spoor’ en de Heilig Hartkerk
Honderd jaar geleden was Vught een dorp met een kleine bebouwde kom: een driehoek met het Marktveld, het Maurickplein, de smalle Taalstraat en de Dorpsstraat. Daaromheen een lintbebouwing langs de doorgaande wegen van ’s-Hertogenbosch naar Eindhoven en Tilburg. Vught had wel voor het eerst ambitieuze plannen om het dorp uit te breiden en wel ‘over ’t spoor’. Dus werden plannen ontwikkeld om Het Schoonveld te bebouwen. In 2024 herdenken we daarom dat honderd jaar geleden een nieuwe wijk ontstond en dat midden in die wijk de tweede parochiekerk van Vught, de Heilig Hartkerk, werd gebouwd.
In het decembernummer van Schatten van Vught beschrijft redactielid Herman van Hooff de totstandkoming van zowel de wijk Het Schoonveld als van de nieuwe kerk. De nieuwe wijk werd begrensd door de spoorlijn ’s-Hertogenbosch-Eindhoven, de Esschestraat, de Martinilaan en de Helvoirtseweg (al hadden sommige straten toen nog een andere naam). Er werden de wegen gepland, met de Van Voorst tot Voorststraat als hoofdweg dwars door de wijk. Maar alles begon met het bouwrijp maken van Lunet V, waar de Heilig Hartkerk werd gebouwd. Het artikel is rijk geïllustreerd met kaartmateriaal en laat onder andere zien hoe het interieur van de kerk in de loop van honderd jaar telkens weer veranderde (vooral het priesterkoor).
Verder wordt in dit nummer aandacht besteed aan de doopvont van de voormalige Sint-Petruskerk (door Tim Graas) en activiteiten van erfgoedwerkgroepen.
In de afgelopen maanden heeft Erfgoed Vught een lezersonderzoek gehouden onder de abonnees. Een beknopte weergave van de resultaten is opgenomen in het december nummer. De volledige resultaten zijn beschikbaar. Stuur daarvoor een mailtje naar [email protected]
Het decembernummer van Schatten van Vught kost € 7,50 en is te koop bij Bruna Vught (Baron van Hövellplein 4) en slijterij Pijnenburg in Helvoirt (Kerkstraat 30).
Een jaarabonnement (4 nummers) kost € 25,00 en is te bestellen via [email protected].
Honderd jaar ‘Over ’t spoor’ en de Heilig Hartkerk
Honderd jaar geleden was Vught een dorp met een kleine bebouwde kom: een driehoek met het Marktveld, het Maurickplein, de smalle Taalstraat en de Dorpsstraat. Daaromheen een lintbebouwing langs de doorgaande wegen van ’s-Hertogenbosch naar Eindhoven en Tilburg. Vught had wel voor het eerst ambitieuze plannen om het dorp uit te breiden en wel ‘over ’t spoor’. Dus werden plannen ontwikkeld om Het Schoonveld te bebouwen. In 2024 herdenken we daarom dat honderd jaar geleden een nieuwe wijk ontstond en dat midden in die wijk de tweede parochiekerk van Vught, de Heilig Hartkerk, werd gebouwd.
In het decembernummer van Schatten van Vught beschrijft redactielid Herman van Hooff de totstandkoming van zowel de wijk Het Schoonveld als van de nieuwe kerk. De nieuwe wijk werd begrensd door de spoorlijn ’s-Hertogenbosch-Eindhoven, de Esschestraat, de Martinilaan en de Helvoirtseweg (al hadden sommige straten toen nog een andere naam). Er werden de wegen gepland, met de Van Voorst tot Voorststraat als hoofdweg dwars door de wijk. Maar alles begon met het bouwrijp maken van Lunet V, waar de Heilig Hartkerk werd gebouwd. Het artikel is rijk geïllustreerd met kaartmateriaal en laat onder andere zien hoe het interieur van de kerk in de loop van honderd jaar telkens weer veranderde (vooral het priesterkoor).
Verder wordt in dit nummer aandacht besteed aan de doopvont van de voormalige Sint-Petruskerk (door Tim Graas) en activiteiten van erfgoedwerkgroepen.
In de afgelopen maanden heeft Erfgoed Vught een lezersonderzoek gehouden onder de abonnees. Een beknopte weergave van de resultaten is opgenomen in het december nummer. De volledige resultaten zijn beschikbaar. Stuur daarvoor een mailtje naar [email protected]
Het decembernummer van Schatten van Vught kost € 7,50 en is te koop bij Bruna Vught (Baron van Hövellplein 4) en slijterij Pijnenburg in Helvoirt (Kerkstraat 30).
Een jaarabonnement (4 nummers) kost € 25,00 en is te bestellen via [email protected].
Lezing door Joop Boelens over zijn boek ‘Verdraaid Verleden’
Joop Boelens groeit op met de fascinatie voor het spannende verleden van zijn Belgische oudoom en -tante. De verhalen over hun heldhaftige belevenissen in de Tweede Wereldoorlog blijken jaren later, na diepgaand onderzoek in archieven en interviews met mensen die hen gekend hebben, ook zwarte bladzijden in het familiealbum op te leveren.
In 1918 trouwt de nog jonge verpleegster Mina Hendriks uit 's-Hertogenbosch met een gevluchte Belgische militair, Gustave Scohier uit Charleroi. Ze krijgen twee zonen en emigreren naar Congo. Later komen ze terug in België en belanden daar in de turbulentie van de Tweede Wereldoorlog. Het zijn de Belgische oudoom en -tante van Joop Boelens. Joop is Vughtenaar en was jarenlang leraar Frans op het Pierson College in 's-Hertogenbosch.
Na zijn pensioen gaat hij onderzoek doen naar de verhalen over zijn oudoom en zijn heldhaftige belevenissen. Dan stuit hij op flarden waarheid, vele leugens en tegenstrijdigheden. Gestuurd door zijn herinneringen, gevonden brieven en wat foto’s, gaat hij op zoek naar de waarheid. Hij spoort mensen op die hen gekend hebben en doet onverdroten diepgaand onderzoek in archieven in diverse landen. Het levert verbijsterende en ontroerende verhalen op: over de verzetsgroep Zéro, de gruwel van de nazikampen, de executie van verzetshelden en de ‘verrader’ die tien jaar lang onschuldig in de gevangenis zit. Na de oorlog keert de familie, getekend door hun ervaringen, terug naar Afrika.
De lezing van Joop spitst zich toe op de Tweede Wereldoorlog, maar het boek gaat ook over de apartheid in Congo en Zuid-Afrika, de goud- en diamantsmokkel en het ‘niemands kind’ met onbekende vader en moeder.
De lezing maakt deel uit van de reeks lezingen over de Tweede Wereldoorlog en vindt plaats op 23 oktober om 19.30 uur in DePetrus. Toegangsprijs is € 8,00 bij tijdige aanmelding via
https://www.abzvught.nl/activiteiten/444/lezing-over-het-boek-verdraaid-verleden-van-joop-boelens/inschrijven
In 1918 trouwt de nog jonge verpleegster Mina Hendriks uit 's-Hertogenbosch met een gevluchte Belgische militair, Gustave Scohier uit Charleroi. Ze krijgen twee zonen en emigreren naar Congo. Later komen ze terug in België en belanden daar in de turbulentie van de Tweede Wereldoorlog. Het zijn de Belgische oudoom en -tante van Joop Boelens. Joop is Vughtenaar en was jarenlang leraar Frans op het Pierson College in 's-Hertogenbosch.
Na zijn pensioen gaat hij onderzoek doen naar de verhalen over zijn oudoom en zijn heldhaftige belevenissen. Dan stuit hij op flarden waarheid, vele leugens en tegenstrijdigheden. Gestuurd door zijn herinneringen, gevonden brieven en wat foto’s, gaat hij op zoek naar de waarheid. Hij spoort mensen op die hen gekend hebben en doet onverdroten diepgaand onderzoek in archieven in diverse landen. Het levert verbijsterende en ontroerende verhalen op: over de verzetsgroep Zéro, de gruwel van de nazikampen, de executie van verzetshelden en de ‘verrader’ die tien jaar lang onschuldig in de gevangenis zit. Na de oorlog keert de familie, getekend door hun ervaringen, terug naar Afrika.
De lezing van Joop spitst zich toe op de Tweede Wereldoorlog, maar het boek gaat ook over de apartheid in Congo en Zuid-Afrika, de goud- en diamantsmokkel en het ‘niemands kind’ met onbekende vader en moeder.
De lezing maakt deel uit van de reeks lezingen over de Tweede Wereldoorlog en vindt plaats op 23 oktober om 19.30 uur in DePetrus. Toegangsprijs is € 8,00 bij tijdige aanmelding via
https://www.abzvught.nl/activiteiten/444/lezing-over-het-boek-verdraaid-verleden-van-joop-boelens/inschrijven
Boekpresentatie 'De eerste oorlogsdagen.
Vught voorjaar 1940'
Op 25 oktober a.s., aan de vooravond van de bevrijding van Vught, Helvoirt en Cromvoirt dan tachtig jaar geleden, presenteert de Stichting Erfgoed Vught een boek over hoe het viereneenhalf jaar daarvoor allemaal begon. De auteur en onderzoeker Erwin Verhoeve en redacteur Wieke Schrover, beiden lid van de Werkgroep Tweede Wereldoorlog van onze lokale heemkundekring, doen daar uitvoerig verslag van.
Het 148 pagina’s tellende boek, vol met unieke foto’s, beschrijft met name de aanloop naar de oorlog en de dagen van de week na de inval van 10 mei 1940. Er is een massa historisch archiefmateriaal doorgeploegd om een beeld te schetsen van het leven van de inwoners van onze dorpen in die onzekere tijd. Het begin van een tijdvak met veel verlies, angst en armoede, waarin men vooral bezig was met overleven.
Het boek is een waardige opvolger van het vijf jaar geleden verschenen boek ‘De laatste oorlogsmaanden’ dat ging over de bevrijding. Intussen liggen er alweer plannen om ook over de tussenliggende jaren, een periode van overleven, onderdrukking, verzet, onderduik, verraad en collaboratie, een volgend boek te schrijven.
Tijdens de presentatie interviewt de voorzitter van de Stichting Erfgoed Vught, Jozef Kok, de auteurs en andere betrokkenen. Een bijzondere gast zal het eerste exemplaar in ontvangst nemen.
De boekpresentatie vindt plaats op 25 oktober in DePetrus in Vught vanaf 19.30 uur. Het boek is ter plekke te koop voor €29,95 en daarna verkrijgbaar bij boekhandel Bruna in Vught. De toegang is gratis, maar we stellen het op prijs als u zich vooraf aanmeldt via: [email protected]
Het 148 pagina’s tellende boek, vol met unieke foto’s, beschrijft met name de aanloop naar de oorlog en de dagen van de week na de inval van 10 mei 1940. Er is een massa historisch archiefmateriaal doorgeploegd om een beeld te schetsen van het leven van de inwoners van onze dorpen in die onzekere tijd. Het begin van een tijdvak met veel verlies, angst en armoede, waarin men vooral bezig was met overleven.
Het boek is een waardige opvolger van het vijf jaar geleden verschenen boek ‘De laatste oorlogsmaanden’ dat ging over de bevrijding. Intussen liggen er alweer plannen om ook over de tussenliggende jaren, een periode van overleven, onderdrukking, verzet, onderduik, verraad en collaboratie, een volgend boek te schrijven.
Tijdens de presentatie interviewt de voorzitter van de Stichting Erfgoed Vught, Jozef Kok, de auteurs en andere betrokkenen. Een bijzondere gast zal het eerste exemplaar in ontvangst nemen.
De boekpresentatie vindt plaats op 25 oktober in DePetrus in Vught vanaf 19.30 uur. Het boek is ter plekke te koop voor €29,95 en daarna verkrijgbaar bij boekhandel Bruna in Vught. De toegang is gratis, maar we stellen het op prijs als u zich vooraf aanmeldt via: [email protected]
Veel variatie in schatten in Vught
Wie wil lezen over oorlog en verzet in Vught, over beroemde Vughtse musici, over bedreigde glas-in-loodkunst of over landgoederen in Vught, Cromvoirt en Helvoirt kan terecht bij het nieuwe nummer van Schatten van Vught, het tijdschrift van de Stichting Erfgoed Vught.
In oktober van dit jaar wordt herdacht dat Vught, Cromvoirt en Helvoirt tachtig jaar geleden bevrijd werden. Daarom opent het nieuwe nummer van Schatten van Vught met een artikel over een Vughtse verzetsman, Fons Raaijmaakers. Hij was actief in De Nederlandsche Unie met het doel de propaganda van de NSB te dwarsbomen. Uit het artikel van Joyce Tritschler-van Os blijkt, dat hij ook een rol speelde bij een zogenaamde ‘pilotenlijn’, om geallieerde piloten die waren neergestort terug te brengen naar Engeland. Na de oorlog was hij met Harry Holla betrokken bij de organisatie van het voormalig verzet.
Dit nummer gaat ook over andere onderwerpen. Herman van Hooff beschrijft het leven en werk van twee musici: dirigent en componist Herman van Bree en operazanger Jef Orelio. Zij woonden in Vught, maar hadden landelijke bekendheid.
Tim Graas ging op zoek naar de kunstenaar die in de kapel van het Theresiaklooster van de Zusters van JMJ aan de Jagersboschlaan een groot glas-in-loodraam had gemaakt. Archiefonderzoek leverde niets op. Door allerlei ramen te vergelijken kwam hij een glazenier op het spoor die het raam gemaakt zou kunnen hebben. En bingo: via diens dochter vond hij de bevestiging.
Het nummer wordt afgesloten met een beschrijving door Henk Smeets van de landgoederen in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Met foto’s van deze landgoederen wordt aangesloten bij de tentoonstelling ‘Buitens in beeld’, die door het Vughts Museum tot 30 juni wordt gepresenteerd in DePetrus.
Het nummer kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught en Mitra in Helvoirt. Een abonnement op Schatten van Vught kost
€ 25,00. Aanmelden kan via: [email protected].
In oktober van dit jaar wordt herdacht dat Vught, Cromvoirt en Helvoirt tachtig jaar geleden bevrijd werden. Daarom opent het nieuwe nummer van Schatten van Vught met een artikel over een Vughtse verzetsman, Fons Raaijmaakers. Hij was actief in De Nederlandsche Unie met het doel de propaganda van de NSB te dwarsbomen. Uit het artikel van Joyce Tritschler-van Os blijkt, dat hij ook een rol speelde bij een zogenaamde ‘pilotenlijn’, om geallieerde piloten die waren neergestort terug te brengen naar Engeland. Na de oorlog was hij met Harry Holla betrokken bij de organisatie van het voormalig verzet.
Dit nummer gaat ook over andere onderwerpen. Herman van Hooff beschrijft het leven en werk van twee musici: dirigent en componist Herman van Bree en operazanger Jef Orelio. Zij woonden in Vught, maar hadden landelijke bekendheid.
Tim Graas ging op zoek naar de kunstenaar die in de kapel van het Theresiaklooster van de Zusters van JMJ aan de Jagersboschlaan een groot glas-in-loodraam had gemaakt. Archiefonderzoek leverde niets op. Door allerlei ramen te vergelijken kwam hij een glazenier op het spoor die het raam gemaakt zou kunnen hebben. En bingo: via diens dochter vond hij de bevestiging.
Het nummer wordt afgesloten met een beschrijving door Henk Smeets van de landgoederen in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Met foto’s van deze landgoederen wordt aangesloten bij de tentoonstelling ‘Buitens in beeld’, die door het Vughts Museum tot 30 juni wordt gepresenteerd in DePetrus.
Het nummer kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught en Mitra in Helvoirt. Een abonnement op Schatten van Vught kost
€ 25,00. Aanmelden kan via: [email protected].
Schatten van Vught jaargang 6 nummer 3
De nieuwe ‘Schatten van Vught’ over oorlog en neogotiek
Het aprilnummer van ‘Schatten van Vught’ bevat weer interessante artikelen over de geschiedenis van Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Het eerste artikel gaat over de bewoners van Theresialaan 89 in de Tweede Wereldoorlog. Een verhaal van Joyce Tritschler-van Os over oorlogshelden en collaboratie. Wachtmeester Alard August Weddepohl woont er, maar sneuvelt aan het begin van de oorlog in Mill bij de strijd om de Peel-Raamstelling. Zijn jonge weduwe blijft achter in de Theresialaan en krijgt achtereenvolgens een relatie met de Duitse SS-er en een Nederlandse NSB-er.
Het tweede artikel gaat over een heel ander onderwerp en een andere tijd. Wies van Leeuwen schrijft over neogotiek in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Wat opvalt is hoeveel neogotische gebouwen hier tot stand kwamen. Niet alleen kerken en kapellen, maar ook wereldse landhuizen. De invloed van de familie Van Rijckevorsel valt daarbij op. Helaas is een aantal bouwwerken inmiddels ten prooi gevallen aan sloop.
Op de voorpagina van het nummer staat een bijzondere architectentekening van de Vughtse toren uit 1936. Architect Albert Louis Oger maakte toen in opdracht van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg een serie tekeningen om de middeleeuwse Sint Lambertustoren intern te verbouwen. Op de eerste en tweede verdieping moesten een ontvangsthal en een ‘oudheidkamer’ komen. Je kunt je afvragen of een ontvangsthal of een museumfunctie wel zo hoog in een toren moesten worden ondergebracht. Hoe dan ook: de plannen gingen niet door en er moest nog 37 jaar gewacht worden voordat de Vughtse Oudheidkamer tot stand kwam.
‘Schatten van Vught’ kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,00 en kan besteld worden via [email protected].
Het aprilnummer van ‘Schatten van Vught’ bevat weer interessante artikelen over de geschiedenis van Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Het eerste artikel gaat over de bewoners van Theresialaan 89 in de Tweede Wereldoorlog. Een verhaal van Joyce Tritschler-van Os over oorlogshelden en collaboratie. Wachtmeester Alard August Weddepohl woont er, maar sneuvelt aan het begin van de oorlog in Mill bij de strijd om de Peel-Raamstelling. Zijn jonge weduwe blijft achter in de Theresialaan en krijgt achtereenvolgens een relatie met de Duitse SS-er en een Nederlandse NSB-er.
Het tweede artikel gaat over een heel ander onderwerp en een andere tijd. Wies van Leeuwen schrijft over neogotiek in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Wat opvalt is hoeveel neogotische gebouwen hier tot stand kwamen. Niet alleen kerken en kapellen, maar ook wereldse landhuizen. De invloed van de familie Van Rijckevorsel valt daarbij op. Helaas is een aantal bouwwerken inmiddels ten prooi gevallen aan sloop.
Op de voorpagina van het nummer staat een bijzondere architectentekening van de Vughtse toren uit 1936. Architect Albert Louis Oger maakte toen in opdracht van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg een serie tekeningen om de middeleeuwse Sint Lambertustoren intern te verbouwen. Op de eerste en tweede verdieping moesten een ontvangsthal en een ‘oudheidkamer’ komen. Je kunt je afvragen of een ontvangsthal of een museumfunctie wel zo hoog in een toren moesten worden ondergebracht. Hoe dan ook: de plannen gingen niet door en er moest nog 37 jaar gewacht worden voordat de Vughtse Oudheidkamer tot stand kwam.
‘Schatten van Vught’ kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,00 en kan besteld worden via [email protected].
Podcast 'adres bekend'
Podcast Adres Bekend over Wim van Hooff online
‘Adres Bekend’ is de naam van een historische podcastserie over bijzondere mensen uit Cromvoirt, Helvoirt en Vught. De serie is een coproductie van Vughts Museum, Stichting Erfgoed Vught en Novo3. De makers, Joyce Tritschler en Ans de Man wandelen naar verschillende adressen en vertellen over de mensen die hier woonden of geleefd hebben. Zij hebben iets of heel veel voor de gemeente Vught betekend of verdienen het in het licht gezet te worden.
Aflevering 4 - Wim van Hooff
In aflevering 4 wandelen Joyce en Ans naar Taalstraat 100, een prachtig oud pand met een trapgevel uit 1735. In 1910 is het pand bij de restauratie verhoogd en zijn er Renaissance-achtige elementen aangebracht. "De steeg" tussen Taalstraat 92 en nummer 100 was in die tijd doodlopend en leidde naar de tuinderijen van Van de Bruggen en Verhagen. Aan de rechterkant was het schildersbedrijf van Van Hooff gevestigd. En daar begint de podcast over Wim van Hooff, beroemd geworden door zijn Bonte Grijskleuren en de Bossche school. De Vughtenaren herinneren zich hem zeker ook als schrijver en regisseur van de eerste Vughtse revues en niet te vergeten zijn carnavalslied uit 1971 “Hij kèkt ‘k weet zeker dè tie kèkt” over de Vughtse Toren. De historische feiten uit deze podcast worden aangevuld met verhalen van zijn zoons Herman en Paul van Hooff. Ook Marij van Noort en Ans van den Bosch komen aan het woord over zijn revues en niet te vergeten carnaval.
‘Adres Bekend’ is te beluisteren via de website van Novo3: https://www.novo3.nl/podcasts/adres-bekend/aflevering-4-wim-van-hooff/ of via Spotify – Adres Bekend
Ook aflevering 1 ‘De cheque van Holla’, aflevering 2 over ‘Charlotte van Beuningen’ en aflevering 3 ‘Dr. Felix Hillen’ zijn hier te beluisteren.
‘Adres Bekend’ is de naam van een historische podcastserie over bijzondere mensen uit Cromvoirt, Helvoirt en Vught. De serie is een coproductie van Vughts Museum, Stichting Erfgoed Vught en Novo3. De makers, Joyce Tritschler en Ans de Man wandelen naar verschillende adressen en vertellen over de mensen die hier woonden of geleefd hebben. Zij hebben iets of heel veel voor de gemeente Vught betekend of verdienen het in het licht gezet te worden.
Aflevering 4 - Wim van Hooff
In aflevering 4 wandelen Joyce en Ans naar Taalstraat 100, een prachtig oud pand met een trapgevel uit 1735. In 1910 is het pand bij de restauratie verhoogd en zijn er Renaissance-achtige elementen aangebracht. "De steeg" tussen Taalstraat 92 en nummer 100 was in die tijd doodlopend en leidde naar de tuinderijen van Van de Bruggen en Verhagen. Aan de rechterkant was het schildersbedrijf van Van Hooff gevestigd. En daar begint de podcast over Wim van Hooff, beroemd geworden door zijn Bonte Grijskleuren en de Bossche school. De Vughtenaren herinneren zich hem zeker ook als schrijver en regisseur van de eerste Vughtse revues en niet te vergeten zijn carnavalslied uit 1971 “Hij kèkt ‘k weet zeker dè tie kèkt” over de Vughtse Toren. De historische feiten uit deze podcast worden aangevuld met verhalen van zijn zoons Herman en Paul van Hooff. Ook Marij van Noort en Ans van den Bosch komen aan het woord over zijn revues en niet te vergeten carnaval.
‘Adres Bekend’ is te beluisteren via de website van Novo3: https://www.novo3.nl/podcasts/adres-bekend/aflevering-4-wim-van-hooff/ of via Spotify – Adres Bekend
Ook aflevering 1 ‘De cheque van Holla’, aflevering 2 over ‘Charlotte van Beuningen’ en aflevering 3 ‘Dr. Felix Hillen’ zijn hier te beluisteren.
Harry van Hal treedt toe tot het bestuur van de Stichting Erfgoed Vught
Met ingang van het nieuwe jaar gaat Harry van Hal uit Helvoirt deel uitmaken van het bestuur van de Stichting Erfgoed Vught, de lokale heemkundekring. Hij vult daarmee de plaats in die Henk Smeets na zijn vertrek aan het begin van dit jaar, heeft achtergelaten. Henk was vanaf de oprichting van de Stichting Erfgoed Vught in 2017 bestuurlijk actief bij deze Stichting en haar rechtsvoorgangers. Hij blijft nog wel betrokken bij een aantal werkgroepen van de Stichting.
Harry van Hal had diverse functies als leidinggevende in het onderwijs en heeft een ruime bestuurlijke ervaring in de vroegere gemeenten Helvoirt en Haaren. Hij was er jarenlang raadslid en wethouder. Ook nu is hij in Helvoirt als vrijwilliger nog actief betrokken bij het Burgerakkoord voor een Duurzaam Helvoirt. Als geboren en getogen Helvoirtenaar heeft hij veel kennis van de geschiedenis van dat dorp. Met zijn komst zijn alle drie dorpskernen: Vught, Helvoirt en Cromvoirt in het bestuur vertegenwoordigd.
Harry van Hal had diverse functies als leidinggevende in het onderwijs en heeft een ruime bestuurlijke ervaring in de vroegere gemeenten Helvoirt en Haaren. Hij was er jarenlang raadslid en wethouder. Ook nu is hij in Helvoirt als vrijwilliger nog actief betrokken bij het Burgerakkoord voor een Duurzaam Helvoirt. Als geboren en getogen Helvoirtenaar heeft hij veel kennis van de geschiedenis van dat dorp. Met zijn komst zijn alle drie dorpskernen: Vught, Helvoirt en Cromvoirt in het bestuur vertegenwoordigd.
Schatten van Vught jaargang 6 nummer 2
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught bevat artikelen over de Tweede Wereldoorlog en de middeleeuwen.
De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is niet zwart-wit, maar eerder grijs. De meeste mensen probeerden simpelweg te overleven. Echte helden of echte collaborateurs waren er maar weinig. Sommigen waren een beetje held, of een beetje fout. Ingewikkelde grijstinten.
Grijs is het verhaal over Joep Schröder, waarmee Twan van den Brand zijn serie voortzet over Vughtenaren in oorlogstijd. Schröder was één van de rechters in de processen tegen de Bende van Oss, zocht in de oorlog aanvankelijk steun bij NSB-ers voor zijn strijd tegen protestantse collega’s en voor een Brabants-Vlaams samengaan. Hij werd daarom na de oorlog uit de rechterlijke macht ontslagen, maar werd uiteindelijk weer in genade aangenomen en benoemd op belangrijke Europese posten.
Van heel andere orde is het tweede artikel: over het voorpootrecht. Sander Wieringa beschrijft hoe het middeleeuwse recht om voor het eigen huis bomen en struiken te planten op gronden van de overheid na eeuwen nog steeds van kracht is. Dat kwam aan het licht toen de gemeente Haaren in 2020 van de rechter te horen kreeg dat bomen langs de Duinoordseweg in Helvoirt ten onrechte waren gekapt en moesten worden teruggeplaatst. Wonderlijk, dat een privilege van Philips de Schone (1478-1506) nog steeds van kracht is.
Schatten van Vught, jaargang 6, nummer 2, kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,-- en is te bestellen via [email protected]. Ook eerder verschenen nummers zijn daar verkrijgbaar.
De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog is niet zwart-wit, maar eerder grijs. De meeste mensen probeerden simpelweg te overleven. Echte helden of echte collaborateurs waren er maar weinig. Sommigen waren een beetje held, of een beetje fout. Ingewikkelde grijstinten.
Grijs is het verhaal over Joep Schröder, waarmee Twan van den Brand zijn serie voortzet over Vughtenaren in oorlogstijd. Schröder was één van de rechters in de processen tegen de Bende van Oss, zocht in de oorlog aanvankelijk steun bij NSB-ers voor zijn strijd tegen protestantse collega’s en voor een Brabants-Vlaams samengaan. Hij werd daarom na de oorlog uit de rechterlijke macht ontslagen, maar werd uiteindelijk weer in genade aangenomen en benoemd op belangrijke Europese posten.
Van heel andere orde is het tweede artikel: over het voorpootrecht. Sander Wieringa beschrijft hoe het middeleeuwse recht om voor het eigen huis bomen en struiken te planten op gronden van de overheid na eeuwen nog steeds van kracht is. Dat kwam aan het licht toen de gemeente Haaren in 2020 van de rechter te horen kreeg dat bomen langs de Duinoordseweg in Helvoirt ten onrechte waren gekapt en moesten worden teruggeplaatst. Wonderlijk, dat een privilege van Philips de Schone (1478-1506) nog steeds van kracht is.
Schatten van Vught, jaargang 6, nummer 2, kost € 7,50 en is verkrijgbaar bij Bruna in Vught. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,-- en is te bestellen via [email protected]. Ook eerder verschenen nummers zijn daar verkrijgbaar.
Podcast 'adres bekend'
Aflevering 2: Charlotte van Beuningen
In aflevering 2 van de podcastserie ‘Adres Bekend’ wandelen Joyce Tritschler en Ans de Man naar Landgoed Huize Bergen aan de Glorieuxlaan waar ooit Charlotte van Beuningen heeft gewoond. Zij is bij veel Vughtenaren vooral bekend door de bouw van de witte huizen met de groene daken in de toenmalige Piekenhoek. Ze staan er nog steeds en maken onderdeel uit van de huidige woonstichting Charlotte van Beuningen. In de podcast komen de belangrijkste historische feiten uit haar leven en dat van haar man Willem naar voren, aangevuld met verhalen van hun kleinzoon Charles van Beuningen.
De geluidsopnames klinken soms een beetje hol en krakerig omdat de gesprekken zijn opgenomen op de zolder van Huize Bergen waar Charles van Beuningen als klein jongetje sliep als hij bij zijn grootouders logeerde. De podcast beluister je hier.
In aflevering 2 van de podcastserie ‘Adres Bekend’ wandelen Joyce Tritschler en Ans de Man naar Landgoed Huize Bergen aan de Glorieuxlaan waar ooit Charlotte van Beuningen heeft gewoond. Zij is bij veel Vughtenaren vooral bekend door de bouw van de witte huizen met de groene daken in de toenmalige Piekenhoek. Ze staan er nog steeds en maken onderdeel uit van de huidige woonstichting Charlotte van Beuningen. In de podcast komen de belangrijkste historische feiten uit haar leven en dat van haar man Willem naar voren, aangevuld met verhalen van hun kleinzoon Charles van Beuningen.
De geluidsopnames klinken soms een beetje hol en krakerig omdat de gesprekken zijn opgenomen op de zolder van Huize Bergen waar Charles van Beuningen als klein jongetje sliep als hij bij zijn grootouders logeerde. De podcast beluister je hier.
‘Adres bekend’, is een historische podcast over bijzondere mensen uit Cromvoirt, Helvoirt of Vught. Wij, Joyce Tritschler en Ans de Man, wandelen naar verschillende adressen in Vught en vertellen over de mensen die hier woonden of geleefd hebben. Zij hebben iets of heel veel voor de gemeente Vught betekend of verdienen het om op de één of andere manier in het licht gezet te worden.
Adres Bekend is een coproductie van Novo3, Stichting Erfgoed Vught en het Vughts Museum. Technische ondersteuning Leo van Hees.
Adres Bekend is een coproductie van Novo3, Stichting Erfgoed Vught en het Vughts Museum. Technische ondersteuning Leo van Hees.
Première podcast 'Adres bekend'
In het programma Blikveld van Novo3 wordt op zaterdag 23 september vanaf 11.45 aandacht besteed aan de nieuwe podcast-serie ‘Adres bekend’, een co-productie van Novo3, het Vughts Museum en de Stichting Erfgoed Vught. In een interview geven de makers, Joyce Tritschler en Ans de Man, een toelichting op het idee achter deze podcast.
Bijzondere verhalen op verschillende adressenIn deze serie wandelen de makers Joyce Tritschler en Ans de Man naar verschillende adressen in Vught en vertellen vervolgens het bijzondere verhaal van de mensen die hier woonden of geleefd hebben. Het gaat om mensen die tijdens hun leven veel voor de gemeente Vught betekend hebben of die het verdienen om op de één of andere manier in het licht gezet te worden. De eerste aflevering van ‘Adres Bekend’ start op het adres Lunettenlaan 600 en wat dan volgt is een indrukwekkend verhaal en een bijzondere zoektocht.
‘Adres Bekend’ live op 23 septemberDeze eerste aflevering is op 23 september vanaf 11.45 uur te beluisteren via de website van NOVO3 (www.novo3.nl) en via Spotify: http://podcasters.spotify.com/pod/show/novo3 .
Bijzondere verhalen op verschillende adressenIn deze serie wandelen de makers Joyce Tritschler en Ans de Man naar verschillende adressen in Vught en vertellen vervolgens het bijzondere verhaal van de mensen die hier woonden of geleefd hebben. Het gaat om mensen die tijdens hun leven veel voor de gemeente Vught betekend hebben of die het verdienen om op de één of andere manier in het licht gezet te worden. De eerste aflevering van ‘Adres Bekend’ start op het adres Lunettenlaan 600 en wat dan volgt is een indrukwekkend verhaal en een bijzondere zoektocht.
‘Adres Bekend’ live op 23 septemberDeze eerste aflevering is op 23 september vanaf 11.45 uur te beluisteren via de website van NOVO3 (www.novo3.nl) en via Spotify: http://podcasters.spotify.com/pod/show/novo3 .
Blik op de toekomst
‘dat moet bewaard blijven in de tijdscapule’’
Het 50-jarig bestaan van het Vughts Museum is aanleiding om extra in te zetten op bewustwording van kinderen over tijd en omgeving waarin ze leven en over hun eigen geschiedenis. Met de actie ‘Blik op de toekomst’! proberen we daar een bijdrage aan te leveren.
Geschiedenis is niet alleen iets van ver en voorbij, maar ook van dichtbij en iets van iedere dag. Door de tijd heen en door er met elkaar over te praten ontdek je wat waarde heeft en wat we willen bewaren. Mooie dingen, historische voorwerpen van Vught worden al vijftig jaar bewaard en getoond in het Vughts Museum. Ga maar eens een blik werpen in ‘DePetrus….’
Welke zaken of voorwerpen van Vught, Cromvoirt en Helvoirt zouden kinderen willen bewaren en hoe kunnen we die bewaren?
Met de actie ‘Blik op de toekomst’ - vragen we aan kinderen van onze gemeente om met voorbeelden te komen. We vragen ze om een voorwerp aan te dragen, typerend voor deze tijd, en waarvan zij vinden:
‘Dat moet bewaard blijven voor de toekomst!’
De jeugd heeft de toekomst, vandaar dat zij centraal staat. Het gaat daarbij niet alleen om jeugd van scholen maar ook om die van scoutinggroepen en jeugdnatuur-werkgroepen.
Bij het bepalen van wat er bewaard moet blijven voor de toekomst - van Vught - gaat het vooral om het gesprek hierover met elkaar. Wat zijn de argumenten achter de keuze van de kinderen? De groep bepaalt samen welk voorwerp (verhaal, beschrijving, foto) gekozen wordt om te bewaren. De begeleider/docent mailt dit naar het Vughts Museum. Een selectie van de meest in het oog springende voorbeelden/voorwerpen, met verhaal erbij - en beoordeeld door een deskundige jury - wordt vervolgens in een tijdscapsule bewaard.
Op vrijdag 17 november om 11 uur zullen in het Vughts museum - onder toeziend oog van burgemeester Van de Mortel - de gekozen en geselecteerde voorbeelden in een blik (de tijdscapsule) gestopt en verzegeld worden. In 2048, als het Vughts Museum 75 jaar wordt, openen de inmiddels oud-leerlingen, met een nieuwe generatie leerlingen en de toekomstige burgemeester, de tijdscapsule. Ben je docent of begeleider van een jeugdgroep en wil je mee doen? Kijk dan op www.vughtsmuseum.nl/jeugd-scholen voor meer informatie, een lesbrief en voor aanmelding.
Het 50-jarig bestaan van het Vughts Museum is aanleiding om extra in te zetten op bewustwording van kinderen over tijd en omgeving waarin ze leven en over hun eigen geschiedenis. Met de actie ‘Blik op de toekomst’! proberen we daar een bijdrage aan te leveren.
Geschiedenis is niet alleen iets van ver en voorbij, maar ook van dichtbij en iets van iedere dag. Door de tijd heen en door er met elkaar over te praten ontdek je wat waarde heeft en wat we willen bewaren. Mooie dingen, historische voorwerpen van Vught worden al vijftig jaar bewaard en getoond in het Vughts Museum. Ga maar eens een blik werpen in ‘DePetrus….’
Welke zaken of voorwerpen van Vught, Cromvoirt en Helvoirt zouden kinderen willen bewaren en hoe kunnen we die bewaren?
Met de actie ‘Blik op de toekomst’ - vragen we aan kinderen van onze gemeente om met voorbeelden te komen. We vragen ze om een voorwerp aan te dragen, typerend voor deze tijd, en waarvan zij vinden:
‘Dat moet bewaard blijven voor de toekomst!’
De jeugd heeft de toekomst, vandaar dat zij centraal staat. Het gaat daarbij niet alleen om jeugd van scholen maar ook om die van scoutinggroepen en jeugdnatuur-werkgroepen.
Bij het bepalen van wat er bewaard moet blijven voor de toekomst - van Vught - gaat het vooral om het gesprek hierover met elkaar. Wat zijn de argumenten achter de keuze van de kinderen? De groep bepaalt samen welk voorwerp (verhaal, beschrijving, foto) gekozen wordt om te bewaren. De begeleider/docent mailt dit naar het Vughts Museum. Een selectie van de meest in het oog springende voorbeelden/voorwerpen, met verhaal erbij - en beoordeeld door een deskundige jury - wordt vervolgens in een tijdscapsule bewaard.
Op vrijdag 17 november om 11 uur zullen in het Vughts museum - onder toeziend oog van burgemeester Van de Mortel - de gekozen en geselecteerde voorbeelden in een blik (de tijdscapsule) gestopt en verzegeld worden. In 2048, als het Vughts Museum 75 jaar wordt, openen de inmiddels oud-leerlingen, met een nieuwe generatie leerlingen en de toekomstige burgemeester, de tijdscapsule. Ben je docent of begeleider van een jeugdgroep en wil je mee doen? Kijk dan op www.vughtsmuseum.nl/jeugd-scholen voor meer informatie, een lesbrief en voor aanmelding.
Jubileumtentoonstelling ' 50 jaar kunst Vughts Museum'
Jubileumtentoonstelling ‘50 jaar Kunst Vughts Museum’
In 2023 bestaat het Vughts Museum 50 jaar. Dat wordt onder andere gevierd met de speciale jubileumtentoonstelling 50 jaar kunst in het Vughts Museum in De Petrus.
In de tentoonstelling zijn ruim 25 zeer gevarieerde werken te zien van kunstenaars uit Vught en omgeving die de afgelopen 50 jaar geëxposeerd hebben in het Vughts Museum. Zo is er werk te zien van Flip Rutten, Jan Hein Arens, Ineke van Koningsbruggen en Constantijn Molenkamp.
De opening van de tentoonstelling door wethouder Toine van de Ven vindt plaats op zondag 3 september. Tijdens deze bijeenkomst voor genodigden wordt een speciale editie van het Klaverblad uitgereikt. Deze uitgave bevat informatie over de werken die in de tentoonstelling zijn opgenomen en over de makers. Op woensdag 6 september wordt deze speciale uitgave huis aan huis bezorgd met het Klaverblad.
Onder de titel Follow Your Art vinden gedurende de looptijd van de expositie op zes achtereenvolgende zaterdagmiddagen gesprekken plaats met kunstenaars die bij het Vughts Museum hebben geëxposeerd. Deze reeks begint op zaterdag 9 september om 15.00 u. in DePetrus en kan door iedereen worden bijgewoond.
De expositie is tijdens de openingstijden van DePetrus voor iedereen te zien van 4 september tot en met 29 oktober 2023, Heuvel 2 in Vught. De toegang is gratis.
Voor meer informatie: www.vughtsmuseum.nl
In 2023 bestaat het Vughts Museum 50 jaar. Dat wordt onder andere gevierd met de speciale jubileumtentoonstelling 50 jaar kunst in het Vughts Museum in De Petrus.
In de tentoonstelling zijn ruim 25 zeer gevarieerde werken te zien van kunstenaars uit Vught en omgeving die de afgelopen 50 jaar geëxposeerd hebben in het Vughts Museum. Zo is er werk te zien van Flip Rutten, Jan Hein Arens, Ineke van Koningsbruggen en Constantijn Molenkamp.
De opening van de tentoonstelling door wethouder Toine van de Ven vindt plaats op zondag 3 september. Tijdens deze bijeenkomst voor genodigden wordt een speciale editie van het Klaverblad uitgereikt. Deze uitgave bevat informatie over de werken die in de tentoonstelling zijn opgenomen en over de makers. Op woensdag 6 september wordt deze speciale uitgave huis aan huis bezorgd met het Klaverblad.
Onder de titel Follow Your Art vinden gedurende de looptijd van de expositie op zes achtereenvolgende zaterdagmiddagen gesprekken plaats met kunstenaars die bij het Vughts Museum hebben geëxposeerd. Deze reeks begint op zaterdag 9 september om 15.00 u. in DePetrus en kan door iedereen worden bijgewoond.
De expositie is tijdens de openingstijden van DePetrus voor iedereen te zien van 4 september tot en met 29 oktober 2023, Heuvel 2 in Vught. De toegang is gratis.
Voor meer informatie: www.vughtsmuseum.nl
Schatten van Vught start zesde jaargang #1
Schatten van Vught, het tijdschrift van Stichting Erfgoed Vught over de geschiedenis van Vught, Cromvoirt en Helvoirt, is met het septembernummer toe aan zijn zesde jaargang. Het nummer bevat de herinneringen van een dienstmeisje op landgoed Wargashuijse, uitleg over een pauselijke bul uit 1394 en veel actueel erfgoednieuws.
‘Oral history’ is geschiedenis die hoofdzakelijk is gebaseerd op verhalen die mensen zelf hebben meegemaakt en waarover zij vertellen. Dit keer zijn het de herinneringen van Maria Merkx, die als ‘tweede meisje’ heeft gewerkt op landgoed Wargashuijse, één van de vele landgoederen in Vught. Jozef Kok legde het verhaal van Maria vast en geeft een aardig inkijkje in onderlinge relaties op zo’n landgoed tussen eigenaren en personeel.
Wargashuijse speelt ook een rol in het tweede artikel in dit nummer, maar dan eeuwen terug. Het gaat om een pauselijke bul die in 1394 werd uitgereikt, en rechten en plichten regelde rond een altaar in de Corneliskapel in ’s-Hertogenbosch. Bijzonder was dat de bul werd toegekend aan een landeigenaar in Vught. Zo kwam die bul terecht bij de eigenaar van Wargashuijse. Jan Sanders, tot zijn pensioen rijksarchivaris bij het BHIC, komt tot de conclusie dat het landgoed waaraan de bul verbonden was, niet Wargashuijse was, maar een hoeve op Bergenhuizen.
Het nummer is verkrijgbaar bij Bruna in Vught en bij de Wereldwinkel in DePetrus. Prijs: €7,50. De volledige jaargang (4 nummers, €25) is te bestellen via [email protected].
‘Oral history’ is geschiedenis die hoofdzakelijk is gebaseerd op verhalen die mensen zelf hebben meegemaakt en waarover zij vertellen. Dit keer zijn het de herinneringen van Maria Merkx, die als ‘tweede meisje’ heeft gewerkt op landgoed Wargashuijse, één van de vele landgoederen in Vught. Jozef Kok legde het verhaal van Maria vast en geeft een aardig inkijkje in onderlinge relaties op zo’n landgoed tussen eigenaren en personeel.
Wargashuijse speelt ook een rol in het tweede artikel in dit nummer, maar dan eeuwen terug. Het gaat om een pauselijke bul die in 1394 werd uitgereikt, en rechten en plichten regelde rond een altaar in de Corneliskapel in ’s-Hertogenbosch. Bijzonder was dat de bul werd toegekend aan een landeigenaar in Vught. Zo kwam die bul terecht bij de eigenaar van Wargashuijse. Jan Sanders, tot zijn pensioen rijksarchivaris bij het BHIC, komt tot de conclusie dat het landgoed waaraan de bul verbonden was, niet Wargashuijse was, maar een hoeve op Bergenhuizen.
Het nummer is verkrijgbaar bij Bruna in Vught en bij de Wereldwinkel in DePetrus. Prijs: €7,50. De volledige jaargang (4 nummers, €25) is te bestellen via [email protected].
Expositie 'Steek de vlag uit!' in dePetrus
Cromvoirt, Helvoirt en Vught kennen een rijk verenigingsleven en -verleden. De talrijke vaandels in het depot van het Vughts Museum waarmee de leden van de verenigingen van oudsher hun vrolijke of misschien wel trotse aanwezigheid kenbaar maakten, tonen deze historie. Veel van deze vaandels hebben al jaren geen daglicht meer gezien, maar kunnen nu in DePetrus weer eens hun sprekende kleuren en symbolen laten zien.
Een oproep via de lokale media leverde een extra schare op aan banieren, vlaggen, vaandels en vaantjes. ‘Steek de vlag uit!’ laat een glimp zien van het rijke heden en verleden van de talloze club(-ke)s, verenigingen, gezelschappen en organisaties die onze gemeente kenmerken.
De vlag gaat dus letterlijk uit in het jaar waarin het Vughts Museum 50 jaar bestaat.
De expositie is tijdens de openingsuren van DePetrus (Heuvel 2 in Vught) te zien van 8 mei tot en met 2 juli 2023.
Een oproep via de lokale media leverde een extra schare op aan banieren, vlaggen, vaandels en vaantjes. ‘Steek de vlag uit!’ laat een glimp zien van het rijke heden en verleden van de talloze club(-ke)s, verenigingen, gezelschappen en organisaties die onze gemeente kenmerken.
De vlag gaat dus letterlijk uit in het jaar waarin het Vughts Museum 50 jaar bestaat.
De expositie is tijdens de openingsuren van DePetrus (Heuvel 2 in Vught) te zien van 8 mei tot en met 2 juli 2023.
Schatten van Vught #3
Notarissen en zware industrie in Vught
Wie aan Vught denkt zal dat dorp niet snel associëren met zware industrie. Toch bestonden aan het begin van de twintigste eeuw enkele fabrieken in Vught die door hun omvang het rustieke karakter van Vught ontstegen. De belangrijkste fabriek lag aan de Taalstraat: de Machinefabriek Grasso (1896-1913). Minder bekend is dat Grasso de gebouwen betrok waar van 1879 tot 1882 de Drukkerij Henri Bogaerts was gevestigd. Bogaerts was ook uitgever en bracht onder meer de Katholieke Illustratie uit, decennialang het invloedrijkste tijdschrift in de katholieke gemeenschap. Hij was ook de uitvinder van de ‘Peinture Bogaerts’, een drukprocedé, waarmee hij veel succes had. Over Bogaerts en zijn uitvinding gaat het eerste artikel in het nieuwe nummer van Schatten van Vught.
Het tweede artikel gaat over de Bossche notarissen De Bergh, die elkaar opvolgden en ook een rol speelden in het roerige politieke leven aan het eind van de achttiende eeuw, de tijd van Patriotten en Orangisten. De familie De Bergh maakte deel uit van de maatschappelijke elite van ’s-Hertogenbosch en had verbindingen met allerlei andere voorname families in de regio. Ze hadden ook een verbinding met Vught, omdat ze daar twee boerderijen kochten en er een buitenplaats van maakten: Roozenoord. Eén boerderij werd verbouwd tot villa en staat nog steeds in de Vliertstraat (het ‘huis van Ponten’). De andere boerderij maakte vijftig jaar geleden plaats voor De Speeldoos. Klaasje Douma, die eerder promoveerde op De adel in Noord-Brabant 1814-1918 (Hilversum 2015), beschrijft de wederwaardigheden van deze notarisfamilie.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 5, nummer 3) is verkrijgbaar bij Bruna Vught en de Wereldwinkel in DePetrus. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Wie aan Vught denkt zal dat dorp niet snel associëren met zware industrie. Toch bestonden aan het begin van de twintigste eeuw enkele fabrieken in Vught die door hun omvang het rustieke karakter van Vught ontstegen. De belangrijkste fabriek lag aan de Taalstraat: de Machinefabriek Grasso (1896-1913). Minder bekend is dat Grasso de gebouwen betrok waar van 1879 tot 1882 de Drukkerij Henri Bogaerts was gevestigd. Bogaerts was ook uitgever en bracht onder meer de Katholieke Illustratie uit, decennialang het invloedrijkste tijdschrift in de katholieke gemeenschap. Hij was ook de uitvinder van de ‘Peinture Bogaerts’, een drukprocedé, waarmee hij veel succes had. Over Bogaerts en zijn uitvinding gaat het eerste artikel in het nieuwe nummer van Schatten van Vught.
Het tweede artikel gaat over de Bossche notarissen De Bergh, die elkaar opvolgden en ook een rol speelden in het roerige politieke leven aan het eind van de achttiende eeuw, de tijd van Patriotten en Orangisten. De familie De Bergh maakte deel uit van de maatschappelijke elite van ’s-Hertogenbosch en had verbindingen met allerlei andere voorname families in de regio. Ze hadden ook een verbinding met Vught, omdat ze daar twee boerderijen kochten en er een buitenplaats van maakten: Roozenoord. Eén boerderij werd verbouwd tot villa en staat nog steeds in de Vliertstraat (het ‘huis van Ponten’). De andere boerderij maakte vijftig jaar geleden plaats voor De Speeldoos. Klaasje Douma, die eerder promoveerde op De adel in Noord-Brabant 1814-1918 (Hilversum 2015), beschrijft de wederwaardigheden van deze notarisfamilie.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 5, nummer 3) is verkrijgbaar bij Bruna Vught en de Wereldwinkel in DePetrus. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Première Kampong Lunetten
Het laatste Molukse woonoord
Op zaterdag 1 april 2023 vindt bij het Vughts Museum in DePetrus de première plaats van ‘Kampong Lunetten’. Een documentaire van regisseur en filmmaker Ellen van Kempen, waarin het wel en wee van 72 jaar Molukkers in Lunetten in beeld is gebracht.
Op 21 maart 1951 arriveert de boot Kota Inten in Nederland met aan boord de eerste groep Molukse ex-KNIL-militairen met hun gezinnen, die - zo werd toen aangenomen - tijdelijk naar Nederland worden overgebracht. Dit in afwachting van een spoedige repatriëring naar de Molukse eilanden. Dit is echter niet gebeurd.
Bij aankomst worden zij uit militaire dienst ontslagen en overgebracht naar woonoorden. Daarmee start de Nederlandse geschiedenis van de Molukkers.
Eén van die woonoorden is Lunetten in Vught, dat in de oorlog als concentratiekamp (Kamp Vught) is gebouwd. Binnen enkele maanden wonen er meer dan 3000 Molukkers. Een plek waar zoveel mensen bij elkaar wonen zonder perspectief, levert zo nu en dan spanningen op. Toch is het leven in Lunetten doorgaans plezierig, met veel sport- verenigingsactiviteiten, gezamenlijk muziek maken, feesten en het delen van lief en leed.
2,5 jaar geleden kwam de werkgroep Lunetten 70 jaar voor het eerst bij elkaar om een film te gaan maken over Lunetten. Na verloop van tijd heeft de werkgroep Ellen van Kempen gevraagd om hun hierbij te helpen en nu is deze mooie documentaire klaar.
Kampong Lunetten, toont het wel en wee van 72 jaar Molukkers in Lunetten. Recente beelden en verhalen van Molukkers, die er zelf hebben gewoond of nog steeds wonen, worden afgewisseld met oude filmbeelden uit woonoord Lunetten van door de jaren heen.
De documentaire verweeft het bijzondere verhaal van toen met het levendige verhaal van nu. Een verhaal van ontgoocheling, van strijd én van sterke verbondenheid.
Een Moluks dorp in de Vughtse natuur. Een ‘dorp’ dat nu, 72 jaar later, nog steeds bestaat.
Alle beschikbare plaatsen voor de première zijn inmiddels gereserveerd. Aanmelden is daarom niet meer mogelijk. Op een later moment zal bekend worden gemaakt waar en wanneer de documentaire te zien zal zijn.
Op zaterdag 1 april 2023 vindt bij het Vughts Museum in DePetrus de première plaats van ‘Kampong Lunetten’. Een documentaire van regisseur en filmmaker Ellen van Kempen, waarin het wel en wee van 72 jaar Molukkers in Lunetten in beeld is gebracht.
Op 21 maart 1951 arriveert de boot Kota Inten in Nederland met aan boord de eerste groep Molukse ex-KNIL-militairen met hun gezinnen, die - zo werd toen aangenomen - tijdelijk naar Nederland worden overgebracht. Dit in afwachting van een spoedige repatriëring naar de Molukse eilanden. Dit is echter niet gebeurd.
Bij aankomst worden zij uit militaire dienst ontslagen en overgebracht naar woonoorden. Daarmee start de Nederlandse geschiedenis van de Molukkers.
Eén van die woonoorden is Lunetten in Vught, dat in de oorlog als concentratiekamp (Kamp Vught) is gebouwd. Binnen enkele maanden wonen er meer dan 3000 Molukkers. Een plek waar zoveel mensen bij elkaar wonen zonder perspectief, levert zo nu en dan spanningen op. Toch is het leven in Lunetten doorgaans plezierig, met veel sport- verenigingsactiviteiten, gezamenlijk muziek maken, feesten en het delen van lief en leed.
2,5 jaar geleden kwam de werkgroep Lunetten 70 jaar voor het eerst bij elkaar om een film te gaan maken over Lunetten. Na verloop van tijd heeft de werkgroep Ellen van Kempen gevraagd om hun hierbij te helpen en nu is deze mooie documentaire klaar.
Kampong Lunetten, toont het wel en wee van 72 jaar Molukkers in Lunetten. Recente beelden en verhalen van Molukkers, die er zelf hebben gewoond of nog steeds wonen, worden afgewisseld met oude filmbeelden uit woonoord Lunetten van door de jaren heen.
De documentaire verweeft het bijzondere verhaal van toen met het levendige verhaal van nu. Een verhaal van ontgoocheling, van strijd én van sterke verbondenheid.
Een Moluks dorp in de Vughtse natuur. Een ‘dorp’ dat nu, 72 jaar later, nog steeds bestaat.
Alle beschikbare plaatsen voor de première zijn inmiddels gereserveerd. Aanmelden is daarom niet meer mogelijk. Op een later moment zal bekend worden gemaakt waar en wanneer de documentaire te zien zal zijn.
PietertjesPad Special tijdens Cultuurweek
Beleef historisch Vught met een speciale twist.
Een wandeling met een muzikale, creatieve en smakelijke beleving voor jong en oud.
Op woensdag 29 maart, midden in de Vughts Cultuurweek, kan je tussen 14.00 u. en 16.30 u. meedoen aan de PietertjesPad Special. Bij het Vughts Museum in DePetrus krijg je gratis een plattegrond mee van deze bijzondere wandeling.
De route start bij DePetrus en loopt via diverse bijzondere en historische plekken in Vught en eindigt weer bij DePetrus. (totaal 3 km).
Voor wie
Voor jong en oud.
De route is speciaal geschikt voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, maar is ook érg leuk voor volwassenen die historisch Vught eens op een andere manier willen beleven.
Kosten
Speciaal voor de Cultuurweek is deze middag gratis te beleven.
Ken je het PietertjesPad in Vught al?
Je komt deze middag op de route allerlei (culturele) verrassingen tegen. Je maakt de opdrachten op de routekaart, maar komt ook oog in oog te staan met Frederik Hendrik, kunt meewerken aan een reuze kunstwerk, luisteren naar muziek, bijzondere kunstwerkjes van kinderen bekijken of verrast worden door een smakelijke traktatie.
Stap voor stap wandel je aan de hand van opdrachten door de historie van Vught. Langs DePetrus en het Raadhuis, over de A2 en vervolgens verder langs Kasteel Maurick, het Gripshuis, Gogelhuis en de Lambertustoren. Je ontdekt waarom er een gat zit in de Lambertus , welke beroemdheden er in Vught hebben gewoond en nog veel meer. Met zo’n vijftien opdrachten is de drie kilometer lange route door Vught goed voor zo’n twee uur wandelplezier. Natuurlijk kun je die ook naar eigen inzicht inkorten en bewandelen.
Waarom PietertjesPad
Deze wandeling is vernoemd naar Pietertje, de mascotte van DePetrus en het Vughts Museum. Van oorsprong was Pietertje een leistenen poppetje dat tijdens de restauratiewerkzaamheden van 2011 en 2012 in de gewelven van DePetrus werd ontdekt. Het leuke nu is dat Pietertje dit jaar extra in het zonnetje wordt gezet vanwege het eerste lustrum van Ontmoetingscentrum DePetrus én het 50-jarige jubileum van het Vughts Museum.
Voor het PietertjesPad hebben, in 2019, Vughtse kinderen van basisschool De Springplank en hun juf Vera met het Vughts Museum de route en tekeningen van onderweg gemaakt. Saskia van Oversteeg, een professioneel illustrator, heeft die tekeningen omgezet naar een prachtige routekaart, die je ook nog kunt inkleuren. Het PietertjesPad is gemaakt voor en door kinderen van 4 tot en met 12 jaar, maar iedereen is welkom om de route te wandelen en zich onder te dompelen in de historie van Vught.
Deze PietertjesPad Special wordt uitgevoerd met medewerking van: Vughts Museum, Saskia van Oversteeg, Volkert Hof, Scouting JEEP Vught-Zuid, Kasteel Maurick, MDM Vught, Supervlaai, Lambertuskerk, Marion Quaadvliet met haar schildercursisten en Plaza Cultura.
Ook buiten de cultuurweek is het Pietertjespad te wandelen tegen een kleine vergoeding. Twee zelfs, want er is er een voor buiten en een voor binnen in DePetrus. Bij de gastenbalie in DePetrus helpen ze je graag op weg.
Daarnaast biedt het Vughts Museum aan alle basisscholen de mogelijkheid de wandeling onder leiding van gidsen te maken. Veel klassen hebben van deze mogelijkheid al gebruik gemaakt. Voor meer informatie stuur je een mailtje naar [email protected] .
Een wandeling met een muzikale, creatieve en smakelijke beleving voor jong en oud.
Op woensdag 29 maart, midden in de Vughts Cultuurweek, kan je tussen 14.00 u. en 16.30 u. meedoen aan de PietertjesPad Special. Bij het Vughts Museum in DePetrus krijg je gratis een plattegrond mee van deze bijzondere wandeling.
De route start bij DePetrus en loopt via diverse bijzondere en historische plekken in Vught en eindigt weer bij DePetrus. (totaal 3 km).
Voor wie
Voor jong en oud.
De route is speciaal geschikt voor kinderen van 4 t/m 12 jaar, maar is ook érg leuk voor volwassenen die historisch Vught eens op een andere manier willen beleven.
Kosten
Speciaal voor de Cultuurweek is deze middag gratis te beleven.
Ken je het PietertjesPad in Vught al?
Je komt deze middag op de route allerlei (culturele) verrassingen tegen. Je maakt de opdrachten op de routekaart, maar komt ook oog in oog te staan met Frederik Hendrik, kunt meewerken aan een reuze kunstwerk, luisteren naar muziek, bijzondere kunstwerkjes van kinderen bekijken of verrast worden door een smakelijke traktatie.
Stap voor stap wandel je aan de hand van opdrachten door de historie van Vught. Langs DePetrus en het Raadhuis, over de A2 en vervolgens verder langs Kasteel Maurick, het Gripshuis, Gogelhuis en de Lambertustoren. Je ontdekt waarom er een gat zit in de Lambertus , welke beroemdheden er in Vught hebben gewoond en nog veel meer. Met zo’n vijftien opdrachten is de drie kilometer lange route door Vught goed voor zo’n twee uur wandelplezier. Natuurlijk kun je die ook naar eigen inzicht inkorten en bewandelen.
Waarom PietertjesPad
Deze wandeling is vernoemd naar Pietertje, de mascotte van DePetrus en het Vughts Museum. Van oorsprong was Pietertje een leistenen poppetje dat tijdens de restauratiewerkzaamheden van 2011 en 2012 in de gewelven van DePetrus werd ontdekt. Het leuke nu is dat Pietertje dit jaar extra in het zonnetje wordt gezet vanwege het eerste lustrum van Ontmoetingscentrum DePetrus én het 50-jarige jubileum van het Vughts Museum.
Voor het PietertjesPad hebben, in 2019, Vughtse kinderen van basisschool De Springplank en hun juf Vera met het Vughts Museum de route en tekeningen van onderweg gemaakt. Saskia van Oversteeg, een professioneel illustrator, heeft die tekeningen omgezet naar een prachtige routekaart, die je ook nog kunt inkleuren. Het PietertjesPad is gemaakt voor en door kinderen van 4 tot en met 12 jaar, maar iedereen is welkom om de route te wandelen en zich onder te dompelen in de historie van Vught.
Deze PietertjesPad Special wordt uitgevoerd met medewerking van: Vughts Museum, Saskia van Oversteeg, Volkert Hof, Scouting JEEP Vught-Zuid, Kasteel Maurick, MDM Vught, Supervlaai, Lambertuskerk, Marion Quaadvliet met haar schildercursisten en Plaza Cultura.
Ook buiten de cultuurweek is het Pietertjespad te wandelen tegen een kleine vergoeding. Twee zelfs, want er is er een voor buiten en een voor binnen in DePetrus. Bij de gastenbalie in DePetrus helpen ze je graag op weg.
Daarnaast biedt het Vughts Museum aan alle basisscholen de mogelijkheid de wandeling onder leiding van gidsen te maken. Veel klassen hebben van deze mogelijkheid al gebruik gemaakt. Voor meer informatie stuur je een mailtje naar [email protected] .
Cursus Vughtologie Maart 2023
Wie in Vught kwam wonen, moest tot nu toe zelf maar uitzoeken hoe het zat met die nieuwe woonplaats. Hoe vind je er de weg? Waar zijn de voorzieningen die je nodig hebt? Wat heeft Vught voor geschiedenis? En hoe zit het met de natuur om ons heen? Om antwoord te geven op al deze vragen is een cursus Vughtologie ontwikkeld om ‘nieuwkomers’ in Vught wegwijs te maken. Maar – werd gezegd – waarom zo´n cursus alleen voor ‘nieuwkomers’? Er zijn heel wat mensen die hier al lang wonen en óók de cursus zouden willen volgen. Daarom is Vughtologie ook te volgen voor iedereen die interesse heeft. De cursus Vughtologie is een coproductie van het Vughts Museum, ABZ en de Stichting Erfgoed Vught.
Driedaagse Cursus
De cursus bestaat uit 3 bijeenkomsten op drie achtereenvolgende woensdagavonden van 19.30 u. tot 21.30 u. in Ontmoetingscentrum DePetrus, Heuvel 2 in Vught
Kosten en inschrijving
Prijs: € 23,50 (incl. koffie/thee)
Voor nieuwkomers (2022-2023) is de cursus gratis. Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Driedaagse Cursus
De cursus bestaat uit 3 bijeenkomsten op drie achtereenvolgende woensdagavonden van 19.30 u. tot 21.30 u. in Ontmoetingscentrum DePetrus, Heuvel 2 in Vught
- 8 maart: Wegwijs in Vught door Geert van den Brand en Angele van de Water
- 15 maart: Geschiedenis van Vught door Henk Smeets
- 22 maart: Natuur in Vught door Frans Kapteijns
Kosten en inschrijving
Prijs: € 23,50 (incl. koffie/thee)
Voor nieuwkomers (2022-2023) is de cursus gratis. Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Jong en oud naar de tentoonstelling ‘Verdwenen Scholen’
Weten uw kinderen hoe het vroeger was op school en weten opa’s, oma’s en ouders hoe het er vandaag de dag aan toe gaat op scholen? De tentoonstelling ‘Verdwenen scholen’ in Vught geeft goed weer welke scholen zijn ontstaan in Vught en hoe het er aan toe ging. Foto’s, een film en oude lesmaterialen maken het gesprek los over het onderwijs in Vught, Helvoirt en Cromvoirt in verleden, heden en toekomst. De tentoonstelling ‘Verdwenen Scholen’ in de Petrus maakt zichtbaar hoe het vroeger was op school en wat er allemaal veranderd is. Kinderen kunnen zien op welke school hun (groot)ouders gezeten hebben en misschien staan ze wel op een van de vele foto’s van de verdwenen scholen?
En had je oma ook zo’n mooie strik in het haar, net zoals de meisjes op de film van 60 jaar geleden en had je opa ook zo’n korte broek? En hoe maakten zij hun schoolopdrachten, met een Chromebook of hadden ze die toen nog niet…
Kinderen (vanaf groep 4) die samen met (groot)ouder(s) naar de tentoonstelling ‘Verdwenen Scholen’ gaan vinden vast de antwoorden op al deze vragen. En er is meer te ontdekken: bv hoe kinderen vroeger leerden lezen en rekenen en hoe braaf ze moesten zijn. Om kinderen en (groot)ouder(s) te helpen kunnen ze vooraan bij de balie in DePetrus naar een werkblad vragen.
Op dit werkblad staan vragen die ze samen kunnen beantwoorden, als ze goed kijken en overleggen met elkaar. Het werkblad kan na bezoek worden ingeleverd. Dan ontvang je nog een aardigheidje.
Opa/oma of vader/moeder vragen wij vriendelijk om een bijdrage, want het Vughts Museum wil in de toekomst nog meer tentoonstellingen maken over het leven vroeger, nu en in de toekomst in Vught!
Tot ziens in het Vughts Museum!
Werkgroep Jeugd Vughts Museum
En had je oma ook zo’n mooie strik in het haar, net zoals de meisjes op de film van 60 jaar geleden en had je opa ook zo’n korte broek? En hoe maakten zij hun schoolopdrachten, met een Chromebook of hadden ze die toen nog niet…
Kinderen (vanaf groep 4) die samen met (groot)ouder(s) naar de tentoonstelling ‘Verdwenen Scholen’ gaan vinden vast de antwoorden op al deze vragen. En er is meer te ontdekken: bv hoe kinderen vroeger leerden lezen en rekenen en hoe braaf ze moesten zijn. Om kinderen en (groot)ouder(s) te helpen kunnen ze vooraan bij de balie in DePetrus naar een werkblad vragen.
Op dit werkblad staan vragen die ze samen kunnen beantwoorden, als ze goed kijken en overleggen met elkaar. Het werkblad kan na bezoek worden ingeleverd. Dan ontvang je nog een aardigheidje.
Opa/oma of vader/moeder vragen wij vriendelijk om een bijdrage, want het Vughts Museum wil in de toekomst nog meer tentoonstellingen maken over het leven vroeger, nu en in de toekomst in Vught!
Tot ziens in het Vughts Museum!
Werkgroep Jeugd Vughts Museum
Expositie 'Verdwenen Scholen' geopend
Tijdens een bijeenkomst voor genodigden werd de tentoonstelling ‘Verdwenen Scholen Vught, Helvoirt en Cromvoirt’ geopend bij het Vughts Museum in DePetrus. In haar welkomstwoord vertelde voorzitter Saskia Heijboer over de totstandkoming van deze eerste expositie van het Vughts Museum in het jubileumjaar 2023. Het Vughts Museum is dit jaar 50 jaar jong benadrukte zij. Veel activiteiten zullen er in dit speciale jaar worden georganiseerd voor jong en oud. Henk Smeets van de werkgroep die deze tentoonstelling heeft samengesteld maakte de aanwezigen extra nieuwsgierig. Want als je denkt veel over de scholen in onze gemeente te weten dan kom je bedrogen uit: je zult bijzonderheden ontdekken die je niet eerder hebt geweten.
In de tentoonstelling zijn alleen scholen opgenomen die daadwerkelijk zijn verdwenen. De tentoonstelling bestrijkt de periode van 1900 tot heden. De speurtocht naar materialen is nog niet zo eenvoudig geweest. Scholen hebben in het verleden niet veel aandacht gehad voor de eigen historie, veel archieven zijn verloren gegaan. Gelukkig is er bij het BHIC veel materiaal gevonden en hebben bijvoorbeeld ook leerkrachten materiaal uit hun privé archieven ter beschikking gesteld. Bijzondere aandacht trok meteen een film met oud beeldmateriaal uit Vught en Helvoirt. De tentoonstelling is nog te zien tot 12 maart 2023. Inmiddels zijn er twee lezingen gehouden over het onderwijs in Cromvoirt en het onderwijs in Vught. Op 24 januari verzorgd Jan van Balkom in ’t HelvoirThuis de lezing over het onderwijs in Helvoirt. In een artikel in het tijdschrift Schatten van Vught schreef Jozef Kok over ‘Verdwenen scholen en veranderend onderwijs’.
In de tentoonstelling zijn alleen scholen opgenomen die daadwerkelijk zijn verdwenen. De tentoonstelling bestrijkt de periode van 1900 tot heden. De speurtocht naar materialen is nog niet zo eenvoudig geweest. Scholen hebben in het verleden niet veel aandacht gehad voor de eigen historie, veel archieven zijn verloren gegaan. Gelukkig is er bij het BHIC veel materiaal gevonden en hebben bijvoorbeeld ook leerkrachten materiaal uit hun privé archieven ter beschikking gesteld. Bijzondere aandacht trok meteen een film met oud beeldmateriaal uit Vught en Helvoirt. De tentoonstelling is nog te zien tot 12 maart 2023. Inmiddels zijn er twee lezingen gehouden over het onderwijs in Cromvoirt en het onderwijs in Vught. Op 24 januari verzorgd Jan van Balkom in ’t HelvoirThuis de lezing over het onderwijs in Helvoirt. In een artikel in het tijdschrift Schatten van Vught schreef Jozef Kok over ‘Verdwenen scholen en veranderend onderwijs’.
Schatten van Vught #2 jaargang 5
Rechtspraak in oorlogstijd en scholen in Cromvoirt,
Helvoirt en Vught in de nieuwe Schatten van Vught
In het decembernummer van Schatten van Vught schrijft Twan van den Brand over mr. A.J. Vliegenthart, president van het Bossche Gerechtshof, die tijdens de bezetting onafhankelijke rechtspraak moest zien te handhaven. Een rol die veel lijkt op die van een burgemeester in oorlogstijd. Van den Brand laat zien hoe het aanblijven van deze magistraat nuttig was voor de samenleving, maar ook zijn grenzen kende. Ook na de oorlog was onafhankelijke rechtspraak voor Vliegenthart essentieel, wat blijkt uit zijn houding in de zaak van Willem van Beuningen jr.
Het tweede deel van deze aflevering gaat over scholen. De scholen voor lager en later basisonderwijs in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Jozef Kok laat zien hoeveel scholen er zijn geweest en hoeveel er daarvan inmiddels ook weer zijn verdwenen. Interessant is te zien hoe openbaar en bijzonder onderwijs als communicerende vaten groeien en afslanken, en soms opgeheven worden. Ook verandering van gezinsgrootte speelt daarbij een rol. Koks artikel maakt deel uit van een groter project rond de tentoonstelling ‘Verdwenen scholen’ van het Vughts Museum, voorbereid door een speciale werkgroep van historici en onderwijsmensen.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 5, nummer 2) is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Helvoirt en Vught in de nieuwe Schatten van Vught
In het decembernummer van Schatten van Vught schrijft Twan van den Brand over mr. A.J. Vliegenthart, president van het Bossche Gerechtshof, die tijdens de bezetting onafhankelijke rechtspraak moest zien te handhaven. Een rol die veel lijkt op die van een burgemeester in oorlogstijd. Van den Brand laat zien hoe het aanblijven van deze magistraat nuttig was voor de samenleving, maar ook zijn grenzen kende. Ook na de oorlog was onafhankelijke rechtspraak voor Vliegenthart essentieel, wat blijkt uit zijn houding in de zaak van Willem van Beuningen jr.
Het tweede deel van deze aflevering gaat over scholen. De scholen voor lager en later basisonderwijs in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Jozef Kok laat zien hoeveel scholen er zijn geweest en hoeveel er daarvan inmiddels ook weer zijn verdwenen. Interessant is te zien hoe openbaar en bijzonder onderwijs als communicerende vaten groeien en afslanken, en soms opgeheven worden. Ook verandering van gezinsgrootte speelt daarbij een rol. Koks artikel maakt deel uit van een groter project rond de tentoonstelling ‘Verdwenen scholen’ van het Vughts Museum, voorbereid door een speciale werkgroep van historici en onderwijsmensen.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 5, nummer 2) is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Expositie 'Magnolia grandiflora'
Opbouw Expositie ‘Magnolia grandiflora’ live te volgen in DePetrus
Op donderdag 1 september werken 18 kunstenaars aan de opbouw van evenzovele kunstwerken op het priesterkoor van DePetrus, Heuvel 2 in Vught.
Daar waar nu nog alleen een kaal tentoonstellingsraster is te zien, is op 1 september tijdens de openingsuren van DePetrus (tussen 09.00 – 18.00 u) de opbouw van een bijzondere tentoonstelling te volgen. Het bijzondere van deze tentoonstelling is dat de kunstwerken worden gemaakt van louter organische materialen. De makers waren ooit leerling van de opleiding tot ‘Meesterbinder voor plantaardige vormgeving’ die gedurende 50 jaar in Vught gehuisvest is geweest.
Dit creatieve proces wordt begeleid door Guido Muskens en Coby Otterdijk, oud-docenten van de opleiding. Iedereen is welkom om de expositie in de loop van de dag te zien groeien.
De tentoonstelling ‘Magnolea grandiflora’ wordt georganiseerd door de werkgroep Kunst van het Vughts Museum en is te zien tot en met 30 oktober in DePetrus
Op donderdag 1 september werken 18 kunstenaars aan de opbouw van evenzovele kunstwerken op het priesterkoor van DePetrus, Heuvel 2 in Vught.
Daar waar nu nog alleen een kaal tentoonstellingsraster is te zien, is op 1 september tijdens de openingsuren van DePetrus (tussen 09.00 – 18.00 u) de opbouw van een bijzondere tentoonstelling te volgen. Het bijzondere van deze tentoonstelling is dat de kunstwerken worden gemaakt van louter organische materialen. De makers waren ooit leerling van de opleiding tot ‘Meesterbinder voor plantaardige vormgeving’ die gedurende 50 jaar in Vught gehuisvest is geweest.
Dit creatieve proces wordt begeleid door Guido Muskens en Coby Otterdijk, oud-docenten van de opleiding. Iedereen is welkom om de expositie in de loop van de dag te zien groeien.
De tentoonstelling ‘Magnolea grandiflora’ wordt georganiseerd door de werkgroep Kunst van het Vughts Museum en is te zien tot en met 30 oktober in DePetrus
Schatten van Vught #4 juni 2022
Oorlog, NSB, vliegramp en begraafplaats in de nieuwe Schatten van Vught
Het juninummer van Schatten van Vught heeft een gevarieerde inhoud. Het begint met de geschiedenis van een Philipstelg die in Vught heeft gewoond. Hij was ondernemer in Tilburg en leider van de NSB in ’s-Hertogenbosch. In 1935 kwam hij met zijn vrouw om bij een vliegramp met een KLM-vliegtuig in Zwitserland. Twan van den Brand reconstrueert het leven van Gerard-Jacques Philips en het verongelukken van de DC-2 ‘De Gaai’. Vervolgens wandelt Serge van Duijnhoven over de begraafplaats van de Mariaparochie en beschrijft hij wat hem daarbij opvalt. Een voor velen onbekend kerkhof. Wilton Desmense vertelt over een bijzondere functie in het Canadese leger tijdens de Tweede Wereldoorlog: die van oorlogsschilder (‘War Artist’). Kunstenaars werden meegestuurd naar het front om de oorlog te tekenen en te schilderen. Na de bevrijding van Vught was de Aloysiusschool enige tijd het hoofdkwartier van deze militaire kunstenaars. In dit nummer het verhaal over Bruno Brobak die vanuit Vught schilderde in Empel, Engelen, Boxtel, Esch en Vught zelf. Het nummer wordt afgesloten met informatie over archeologisch onderzoek op De Braacken en in het Villapark.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 4, nummer 4) is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50.
Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,00.
Het juninummer van Schatten van Vught heeft een gevarieerde inhoud. Het begint met de geschiedenis van een Philipstelg die in Vught heeft gewoond. Hij was ondernemer in Tilburg en leider van de NSB in ’s-Hertogenbosch. In 1935 kwam hij met zijn vrouw om bij een vliegramp met een KLM-vliegtuig in Zwitserland. Twan van den Brand reconstrueert het leven van Gerard-Jacques Philips en het verongelukken van de DC-2 ‘De Gaai’. Vervolgens wandelt Serge van Duijnhoven over de begraafplaats van de Mariaparochie en beschrijft hij wat hem daarbij opvalt. Een voor velen onbekend kerkhof. Wilton Desmense vertelt over een bijzondere functie in het Canadese leger tijdens de Tweede Wereldoorlog: die van oorlogsschilder (‘War Artist’). Kunstenaars werden meegestuurd naar het front om de oorlog te tekenen en te schilderen. Na de bevrijding van Vught was de Aloysiusschool enige tijd het hoofdkwartier van deze militaire kunstenaars. In dit nummer het verhaal over Bruno Brobak die vanuit Vught schilderde in Empel, Engelen, Boxtel, Esch en Vught zelf. Het nummer wordt afgesloten met informatie over archeologisch onderzoek op De Braacken en in het Villapark.
Het nieuwe nummer van Schatten van Vught (jaargang 4, nummer 4) is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50.
Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,00.
Treed in de voetsporen van Zonnekoning Lodewijk XIV
Lezing Vughts museum en beklimming St. Lambertustoren
De Nederlandse Republiek en daarmee ook Vught beleefde in 1672 het Rampjaar. Aangevallen door Duitse, Engelse en Franse legers was ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. Vooral het grensgebied Brabant had enorm te lijden onder het oorlogsgeweld van de vijandige troepen. Land werd ter verdediging onder water gezet, linies werden opgeworpen en Brabantse steden vielen ten prooi aan plundering en verovering. Ook Vught speelt een belangrijke rol in deze geschiedenis. Het dorp had één van de hoofdrolspelers van die oorlog als ongenode gast over de vloer: de Franse koning Lodewijk XIV, beter bekend als de Zonnekoning.
Door de ogen van Lodewijk XIV
Zaterdag 23 juli aanstaande is het op de dag af 350 jaar geleden dat Lodewijk XIV mogelijk de St. Lambertustoren in Vught beklom. Hij wilde vanaf daar de verdedigingswerken van ’s-Hertogenbosch observeren. Nadat het Staatse leger het land rondom deze stad onder water had gezet, moest de - in ieder geval in zijn ogen - belangrijkste persoon op aarde, de Franse monarch, concluderen dat hij de stad niet kon innemen. Een forse tegenvaller voor de langstzittende vorst ooit hoewel de Britse koningin Elizabeth hem momenteel wat dat betreft naar de kroon steekt.
Lezing en beklimming toren
Deze belangrijke episode uit het Rampjaar 1672 kunt u op zaterdag 23 juli aanstaande herbeleven. Het Vughts Museum en de Alliantie Zuiderwaterlinie nodigen u 350 jaar na dato uit op de plek waar dit sleutelmoment in de geschiedenis zich afspeelde. Historicus Jos Cuijpers verzorgt in het Vughts Museum tussen 10.00 tot 16.00 uur (elk uur) een korte lezing over het Rampjaar 1672 en de benarde situatie die dit voor Vught en ’s-Hertogenbosch opleverde. Voor de kinderen zal er een verrassing zijn. Daarnaast kunt u net als Lodewijk XIV de St. Lambertustoren beklimmen en zien wat de Zonnekoning zag.
Aanmelden
Belangstellenden zijn zaterdag 23 juli welkom in het Vughts Museum in bezoekerscentrum DePetrus: (Heuvel 2). Naast het bijwonen van de lezing kunt u de St. Lambertustoren beklimmen en/of het Vughts Museum bezoeken. Maak hier uw reservering voor deze tour:
https://www.zuiderwaterlinie.nl/rampjaarherdenking-1672/treed-in-de-voetsporen-van-zonnekoning-lodewijk-xiv.
Informatie
De Nederlandse Republiek en daarmee ook Vught beleefde in 1672 het Rampjaar. Aangevallen door Duitse, Engelse en Franse legers was ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. Vooral het grensgebied Brabant had enorm te lijden onder het oorlogsgeweld van de vijandige troepen. Land werd ter verdediging onder water gezet, linies werden opgeworpen en Brabantse steden vielen ten prooi aan plundering en verovering. Ook Vught speelt een belangrijke rol in deze geschiedenis. Het dorp had één van de hoofdrolspelers van die oorlog als ongenode gast over de vloer: de Franse koning Lodewijk XIV, beter bekend als de Zonnekoning.
Door de ogen van Lodewijk XIV
Zaterdag 23 juli aanstaande is het op de dag af 350 jaar geleden dat Lodewijk XIV mogelijk de St. Lambertustoren in Vught beklom. Hij wilde vanaf daar de verdedigingswerken van ’s-Hertogenbosch observeren. Nadat het Staatse leger het land rondom deze stad onder water had gezet, moest de - in ieder geval in zijn ogen - belangrijkste persoon op aarde, de Franse monarch, concluderen dat hij de stad niet kon innemen. Een forse tegenvaller voor de langstzittende vorst ooit hoewel de Britse koningin Elizabeth hem momenteel wat dat betreft naar de kroon steekt.
Lezing en beklimming toren
Deze belangrijke episode uit het Rampjaar 1672 kunt u op zaterdag 23 juli aanstaande herbeleven. Het Vughts Museum en de Alliantie Zuiderwaterlinie nodigen u 350 jaar na dato uit op de plek waar dit sleutelmoment in de geschiedenis zich afspeelde. Historicus Jos Cuijpers verzorgt in het Vughts Museum tussen 10.00 tot 16.00 uur (elk uur) een korte lezing over het Rampjaar 1672 en de benarde situatie die dit voor Vught en ’s-Hertogenbosch opleverde. Voor de kinderen zal er een verrassing zijn. Daarnaast kunt u net als Lodewijk XIV de St. Lambertustoren beklimmen en zien wat de Zonnekoning zag.
Aanmelden
Belangstellenden zijn zaterdag 23 juli welkom in het Vughts Museum in bezoekerscentrum DePetrus: (Heuvel 2). Naast het bijwonen van de lezing kunt u de St. Lambertustoren beklimmen en/of het Vughts Museum bezoeken. Maak hier uw reservering voor deze tour:
https://www.zuiderwaterlinie.nl/rampjaarherdenking-1672/treed-in-de-voetsporen-van-zonnekoning-lodewijk-xiv.
Informatie
- Omdat alleen kleine groepen van 10 personen zijn toegestaan in de toren, vragen wij u om uzelf hierboven aan te melden voor een tijdvak. Na aanmelding ontvangt u een bevestiging van uw inschrijving. Graag deze bevestiging meenemen of op uw telefoon laten zien.
- De lezing is zonder inschrijving te bezoeken.
- Tijdvakken beklimming St. Lambertustoren Vught: 10:00 – 10:45 uur, 11:00 – 11:45 uur en 12:00 – 12:45 uur.
- Lezing Jos Cuijpers: 13:00 – 13:45, 14:00 – 14:45 en 15:15 – 16:00.
Herinneringen aan het Marktveld en wateroverlast
In de nieuwe aflevering van Schatten van Vught haalt Ardien Jansen-van Oers herinneringen op aan haar jeugd op het Marktveld en het leven in het centrum van Vught. Ook de Maria- en Annaschool komen aan bod. Seizoensgebonden kinderspelen, spannende gebeurtenissen bij de smid en de slager en verhalen over buurtgenoten passeren de revue. Ardien woont al heel lang in Frankrijk, maar haar herinneringen zijn nog vlijmscherp.
Van heel andere orde is het artikel van Francien van den Heuvel over wateroverlast in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Zij schreef het proefschrift ’s-Hertogenbosch, eiland in een onmetelijke zee. Op verzoek van de redactie beschreef zij op basis van haar boek de situatie rond onze dorpen. Het nieuwe nummer van Schatten van Vught is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Van heel andere orde is het artikel van Francien van den Heuvel over wateroverlast in Vught, Cromvoirt en Helvoirt. Zij schreef het proefschrift ’s-Hertogenbosch, eiland in een onmetelijke zee. Op verzoek van de redactie beschreef zij op basis van haar boek de situatie rond onze dorpen. Het nieuwe nummer van Schatten van Vught is verkrijgbaar bij Bruna Vught, de Wereldwinkel in DePetrus en het Helvoirthuis. Kosten: € 7,50. Een abonnement (4 nummers per jaar) kost € 25,--.
Van zilverschat tot een echt kanon!
Van zilverschat tot een echt kanon!
Vught in de middeleeuwen zichtbaar door opgravingen.
Van 8 mei tot en met 3 juli in DePetrus
Diep verborgen in de grond lag eeuwenlang een zilverschat van 158 munten. Keurig in een buidel naast de botjes van een skelet. Wie dat skelet precies geweest is zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. Maar wat we wel te weten komen door zo’n opgraving is dat er honderden jaren geleden al handel was in Vught en dat ze met deze muntjes betaalden.
Gelukkig zijn er de afgelopen jaren opgravingen geweest in Vught bij bouwprojecten. De vondsten uit deze opgravingen leren ons veel. Bijvoorbeeld dat er al eeuwenlang mensen wonen in Vught, welke potten en pannen ze hadden, dat ze pijp rookten, dat ze ook al muntjes hadden en zich beschermden met kanonnen!
Je kunt daar zelf allemaal achter komen op de tentoonstelling in het Vughts Museum. Als je DePetrus binnenkomt dan kun je vragen naar het ‘doe-boekje’ over de tentoonstelling van het Vughts Museum. Dit boekje is een soort speurtocht die je helpt om meer van te weten te komen van de middeleeuwen van Vught. Je mag het boekje mee naar huis nemen, zodat je thuis zelf kunt oefenen in archeologie. Wie weet wat er in je eigen tuin in de grond verstopt zit!
De tentoonstelling is dagelijks te zien tijdens de openingstijden van DePetrus. De toegang is gratis. Een vrijwillige bijdrage bij de entree van De Petrus wordt bijzonder op prijs gesteld.
Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van het Vughts Museum.
Het Vughts Museum zal met de tentoonstelling ‘Vught in de middeleeuwen’ zal ook deelnemen aan ‘De 'Nationale Archeologiedagen'. Dit zijn drie dagen waarop een groot publiek kennis kan maken met verschillende aspecten van archeologie in Nederland. De Archeologiedagen op 17, 18 en 19 juni 2022 brengen het verleden tot leven met honderden activiteiten door het hele land.
Vught in de middeleeuwen zichtbaar door opgravingen.
Van 8 mei tot en met 3 juli in DePetrus
Diep verborgen in de grond lag eeuwenlang een zilverschat van 158 munten. Keurig in een buidel naast de botjes van een skelet. Wie dat skelet precies geweest is zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. Maar wat we wel te weten komen door zo’n opgraving is dat er honderden jaren geleden al handel was in Vught en dat ze met deze muntjes betaalden.
Gelukkig zijn er de afgelopen jaren opgravingen geweest in Vught bij bouwprojecten. De vondsten uit deze opgravingen leren ons veel. Bijvoorbeeld dat er al eeuwenlang mensen wonen in Vught, welke potten en pannen ze hadden, dat ze pijp rookten, dat ze ook al muntjes hadden en zich beschermden met kanonnen!
Je kunt daar zelf allemaal achter komen op de tentoonstelling in het Vughts Museum. Als je DePetrus binnenkomt dan kun je vragen naar het ‘doe-boekje’ over de tentoonstelling van het Vughts Museum. Dit boekje is een soort speurtocht die je helpt om meer van te weten te komen van de middeleeuwen van Vught. Je mag het boekje mee naar huis nemen, zodat je thuis zelf kunt oefenen in archeologie. Wie weet wat er in je eigen tuin in de grond verstopt zit!
De tentoonstelling is dagelijks te zien tijdens de openingstijden van DePetrus. De toegang is gratis. Een vrijwillige bijdrage bij de entree van De Petrus wordt bijzonder op prijs gesteld.
Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van het Vughts Museum.
Het Vughts Museum zal met de tentoonstelling ‘Vught in de middeleeuwen’ zal ook deelnemen aan ‘De 'Nationale Archeologiedagen'. Dit zijn drie dagen waarop een groot publiek kennis kan maken met verschillende aspecten van archeologie in Nederland. De Archeologiedagen op 17, 18 en 19 juni 2022 brengen het verleden tot leven met honderden activiteiten door het hele land.
Expositie 'Het middeleeuwse Vught' geopend
Van 8 mei tot en met 3 juli in DePetrus
Op zondagmiddag 8 mei woonde een groot aantal genodigden de opening bij van de expositie ‘Het middeleeuwse Vught’. Deze expositie van het Vughts Museum lag al geruime tijd ‘op de plank’, maar moest vanwege corona enkele keren worden uitgesteld.
Na een woord van welkom door voorzitter Saskia Heijboer volgde er een toelichting op de tentoongestelde archeologische vondsten uit het centrum van Vught door Henk Smeets van de werkgroep Archeologie.
De expositie geeft een overzicht van de vondsten die gedaan zijn tijdens opgravingen op het Maurickplein, het Marktveld, kasteel Maurick en op kasteel Spreeuwenburg aan de Taalstraat. Door deze opgravingen is de kennis van het Middeleeuwse Vught aanzienlijk toegenomen.
Henk Smeets benadrukte dat Vught bezig is met het maken van een voortvarende inhaalslag waar het gaat om het plegen van archeologisch onderzoek. De gemeente is immers verantwoordelijk voor het behoud van het archeologisch erfgoed binnen de gemeente. Toevallig stelt de gemeenteraad op 19 mei het ‘Beleidskader archeologie Vught vast. Namens het college van B&W was wethouder Yvonne Vos bij de opening van deze tentoonstelling aanwezig.
Na de uitleg maakten de aanwezigen graag gebruik van de mogelijkheid de tentoonstelling van nabij te bekijken. Het mag geen verbazing wekken dat de bijzondere zilveren munten die gevonden zijn in een middeleeuws graf op het Maurickplein en het kanon van kasteel Maurick meteen veel belangstelling kregen.
De tentoonstelling is dagelijks te zien tijdens de openingstijden van DePetrus. De toegang is gratis. Een vrijwillige bijdrage bij de entree van DePetrus wordt bijzonder op prijs gesteld.
Op zondagmiddag 8 mei woonde een groot aantal genodigden de opening bij van de expositie ‘Het middeleeuwse Vught’. Deze expositie van het Vughts Museum lag al geruime tijd ‘op de plank’, maar moest vanwege corona enkele keren worden uitgesteld.
Na een woord van welkom door voorzitter Saskia Heijboer volgde er een toelichting op de tentoongestelde archeologische vondsten uit het centrum van Vught door Henk Smeets van de werkgroep Archeologie.
De expositie geeft een overzicht van de vondsten die gedaan zijn tijdens opgravingen op het Maurickplein, het Marktveld, kasteel Maurick en op kasteel Spreeuwenburg aan de Taalstraat. Door deze opgravingen is de kennis van het Middeleeuwse Vught aanzienlijk toegenomen.
Henk Smeets benadrukte dat Vught bezig is met het maken van een voortvarende inhaalslag waar het gaat om het plegen van archeologisch onderzoek. De gemeente is immers verantwoordelijk voor het behoud van het archeologisch erfgoed binnen de gemeente. Toevallig stelt de gemeenteraad op 19 mei het ‘Beleidskader archeologie Vught vast. Namens het college van B&W was wethouder Yvonne Vos bij de opening van deze tentoonstelling aanwezig.
Na de uitleg maakten de aanwezigen graag gebruik van de mogelijkheid de tentoonstelling van nabij te bekijken. Het mag geen verbazing wekken dat de bijzondere zilveren munten die gevonden zijn in een middeleeuws graf op het Maurickplein en het kanon van kasteel Maurick meteen veel belangstelling kregen.
De tentoonstelling is dagelijks te zien tijdens de openingstijden van DePetrus. De toegang is gratis. Een vrijwillige bijdrage bij de entree van DePetrus wordt bijzonder op prijs gesteld.
Nieuwe voorzitter
Stichting Erfgoed Vught heeft een nieuwe voorzitter. Mira Ficq-Weijnen is op 17 juli j.l. opgevolgd door Jozef Kok. Mira was sinds 2009 voorzitter van de Stichting en was in die tijd verantwoordelijk voor de ombouw van de Stichting Lokale Geschiedenis van Vught (de uitgever van de Vughtse Historische Reeks) naar de Erfgoedstichting die het nu is. Daarmee is er vanaf 2020 in Vught een volwaardige heemkundekring. Deze periode is afgesloten met twee belangrijke publicaties: de ‘Historische Atlas van Vught en Cromvoirt’ en de gezaghebbende studie ‘Twee bijzondere dorpen: Vught en Cromvoirt’. Als voorzitter speelde Mira een belangrijke rol bij het binnenhalen van voldoende financiële middelen voor deze publicaties.
Jozef Kok is onderwijskundige en bekleedde tal van functies in het onderwijs. Zo was hij leraar schei- en natuurkunde op het Maurick College, directeur van KPC Groep, lector bij de Fontys Hogescholen, voorzitter van Stichting Leijestroom (de Vughtse onderwijskoepel) en lid van de Raad van Advies van het Maurick College. Ook in het sociale domein bekleedde hij diverse functies. Verder is hij vicevoorzitter van de Stichting Seniorenbus en lid van het programmabeleid bepalend orgaan van de nieuwe Vughtse Omroepstichting. Met hem krijgt Mira Ficq-Weijnen een waardige opvolger.
Jozef Kok is onderwijskundige en bekleedde tal van functies in het onderwijs. Zo was hij leraar schei- en natuurkunde op het Maurick College, directeur van KPC Groep, lector bij de Fontys Hogescholen, voorzitter van Stichting Leijestroom (de Vughtse onderwijskoepel) en lid van de Raad van Advies van het Maurick College. Ook in het sociale domein bekleedde hij diverse functies. Verder is hij vicevoorzitter van de Stichting Seniorenbus en lid van het programmabeleid bepalend orgaan van de nieuwe Vughtse Omroepstichting. Met hem krijgt Mira Ficq-Weijnen een waardige opvolger.
Schatten van Vught #2 2021
Kamp Vught, Helvoirt en de Baarzen
Onlangs verscheen van het tijdschrift Schatten van Vught een nieuwe aflevering met een zeer gevarieerde inhoud. Henk Smeets beschrijft de ontsnapping van verzetsman Jo Elsendoorn, de latere topman van het Holland Festival, uit Kamp Vught. Hij kreeg hulp van vrienden en van de Vughtenaren Mathijs en Tonny Stensen. Elsendoorn, die na zijn ontsnapping weer in het verzet ging, werd opnieuw gearresteerd en vastgezet in Duitsland, waar hij uiteindelijk door de Russen werd bevrijd. Zijn vrouw Riek Snel, die ook in kamp Vught vastzat, overleefde haar gevangenschap niet. Zij werd aan het eind van de oorlog van Ravensbrück dwars door Duitsland naar Zuid-Duitsland getransporteerd en tijdens een barre voettocht naar Tsjechoslowakije vermoord. Jo kreeg na de Bevrijding een popje dat Riek voor hem in Kamp Vught had gemaakt met behulp van haar gevangeniskleding en haar eigen haar. Dat popje is nu te zien in het Nationaal Monument Kamp Vught.
Van geheel andere orde is een artikel van Ottie Thiers over de Antwerpsebaan in Helvoirt en het vervolg daarvan in Vught: de Groenewouddreef. Deze zandpaden hebben een eeuwenoude geschiedenis en zijn volgens natuur- en erfgoedorganisaties zeer het behouden waard. Vandaar dat zij de gemeente Vught hebben gevraagd de paden de status van gemeentelijk monument te geven.
Een ander actueel onderwerp is de ontwikkeling van de Baarzen. Joyce Thritschler-van Os en Femke Croonen vertellen over de geschiedenis van deze nu vijftig jaar oude wijk. Een wijk, die ontwikkeld werd op een ongunstige, drassige locatie, maar daardoor een open karakter kreeg met veel fraaie waterpartijen.
Wie het nummer wil kopen, kan terecht bij Bruna in Vught, bij de Wereldwinkel in DePetrus en bij het Helvoirthuis. Losse nummers kosten 7,50. Wie een abonnement wil, kan zich hier aanmelden. De prijs voor 4 nummers bedraagt 25 euro. Voor nieuwe abonnees geldt een speciale aanbieding: wie nu een abonnement neemt, krijgt er gratis een eerder nummer bij.
Van geheel andere orde is een artikel van Ottie Thiers over de Antwerpsebaan in Helvoirt en het vervolg daarvan in Vught: de Groenewouddreef. Deze zandpaden hebben een eeuwenoude geschiedenis en zijn volgens natuur- en erfgoedorganisaties zeer het behouden waard. Vandaar dat zij de gemeente Vught hebben gevraagd de paden de status van gemeentelijk monument te geven.
Een ander actueel onderwerp is de ontwikkeling van de Baarzen. Joyce Thritschler-van Os en Femke Croonen vertellen over de geschiedenis van deze nu vijftig jaar oude wijk. Een wijk, die ontwikkeld werd op een ongunstige, drassige locatie, maar daardoor een open karakter kreeg met veel fraaie waterpartijen.
Wie het nummer wil kopen, kan terecht bij Bruna in Vught, bij de Wereldwinkel in DePetrus en bij het Helvoirthuis. Losse nummers kosten 7,50. Wie een abonnement wil, kan zich hier aanmelden. De prijs voor 4 nummers bedraagt 25 euro. Voor nieuwe abonnees geldt een speciale aanbieding: wie nu een abonnement neemt, krijgt er gratis een eerder nummer bij.
Oproep
In het kader van een onderzoek naar verzet is de werkgroep Tweede Wereldoorlog (Stichting Erfgoed Vught) op zoek naar informatie over het leven van de stukadoor Franciscus Jansen.
Hij is geboren op 8 mei 1900 in Vught en woonde met zijn vrouw Elisabeth Michies en kinderen op Ploegstraat 15. Hij is vanwege verzet opgepakt, zat in Kamp Vught gevangen en is naar Sachsenhausen gedeporteerd, waar hij in februari 1945 overleed.
Weet u meer over hem, dan willen wij u vragen een mail te sturen naar [email protected].
Bron: BHIC
Hij is geboren op 8 mei 1900 in Vught en woonde met zijn vrouw Elisabeth Michies en kinderen op Ploegstraat 15. Hij is vanwege verzet opgepakt, zat in Kamp Vught gevangen en is naar Sachsenhausen gedeporteerd, waar hij in februari 1945 overleed.
Weet u meer over hem, dan willen wij u vragen een mail te sturen naar [email protected].
Bron: BHIC
Grote belangstelling Jumboboek
Het Verzamelalbum Historisch Vught dat afgelopen week door de Vughtse Jumbozaken werd gelanceerd trekt veel belangstelling. In totaal kunnen 177 stickers worden verzamerld en ingeplakt in een album over de geschiedenis van Vught. Uit reacties op Facebook blijkt dat klanten van Jumbo er al actief mee aan de slag zijn. Ondanks zoveel plaatjes zijn er toch mensen die een gebouw of gebeurtenis missen. Anderen zijn bang dat ze niet op tijd alle stickers kunnen verzamelen. Daar hoeft niemand bang voor te zijn, want aan het eind van de actie komt er een ruilbeurs.
Oplettende verzamelaars hebben het intussen gemerkt: er staat één verkeerde sticker in het boek. Op 131 staat de Mariakerk afgebeeld, maar die hoort daar niet. Een plaatje van die kerk staat op 113. De juiste afbeelding op 131 betreft de gasfabriek. Die afbeelding zal in juni verkrijgbaar zijn tijdens de ruilbeurs. Dus iedereen kan gerust zijn. Nadere berichten volgen.
Oplettende verzamelaars hebben het intussen gemerkt: er staat één verkeerde sticker in het boek. Op 131 staat de Mariakerk afgebeeld, maar die hoort daar niet. Een plaatje van die kerk staat op 113. De juiste afbeelding op 131 betreft de gasfabriek. Die afbeelding zal in juni verkrijgbaar zijn tijdens de ruilbeurs. Dus iedereen kan gerust zijn. Nadere berichten volgen.
Click here to edit.
Op woensdag 14 april om 12.00 uur zal in de Jumbo aan de Raadhuisstraat het eerste exemplaar van het ‘Verzamelalbum Historisch Vught’ worden overhandigd aan burgemeester van de Mortel. Het is een actie van de Vughtse Jumbo Supermarkten. Het boek is te krijgen bij de Jumbo-vestigingen in Vught en bevat tekst en foto’s. Maar het heeft ook lege plekken voor stickers die in de komende weken bij de boodschappen kunnen worden vergaard.
Samengesteld door historici Erfgoed Vught en Vughts Museum
Het album is geschreven en samengesteld door een team van drie historici van de Stichting Erfgoed Vught en het Vughts Museum: Joyce Tritschler-van Os, Wieke Schrover en Henk Smeets. Dit idee van de Vughtse Jumbo-supermarkten, een fotoboek met plakplaatjes, doet denken aan de beroemde Verkade-album uit begin 20e eeuw. Niet toevallig, want in diezelfde tijd, 1921, opende een zekere Johan van Eerd in Veghel een groothandel in koloniale waren. In 1983 nam de familie Van Eerd de Jumbo-supermarkten over en bouwde de formule uit tot een indrukwekkend concern van bijna 700 winkels. Met een zekere fantasie kun je zo stellen dat de Jumbo-supermarkten in 2021 al 100 jaar bestaan. Voor iedereen met belangstelling voor de historie van Vught is dit een geweldig boek.
Vele en gevarieerde thema’s
Onderwerpen die aan bod komen zijn: opgravingen, bekende Vughtenaren, Vughtse wijken, straten die naar Vughtse burgemeesters zijn vernoemd, uitvalswegen, openbaar vervoer, Vughtse kunstenaars, sporters, kazernes, kerken, kloosters, zorginstellingen, scholen, cafés, herbergen, boerderijen, landgoederen, natuurgebieden, historische bedrijven, tradities en evenementen. Natuurlijk ook de Tweede Wereldoorlog en Kamp Vught. Tenslotte het Vughtse gemeentewapen.
Door alle coronabeperkingen hebben Vughtenaren elkaar het afgelopen jaar minder kunnen ontmoeten dan ze zouden willen. Dankzij deze Jumbo-actie zullen regelmatig plaatjes moeten worden geruild. Een goede reden om elkaar op te zoeken. Natuurlijk op veilige afstand, met mondkapje
(De teksten in dit bericht zijn overgenomen van Maarten Kroese / klaverblad)
Samengesteld door historici Erfgoed Vught en Vughts Museum
Het album is geschreven en samengesteld door een team van drie historici van de Stichting Erfgoed Vught en het Vughts Museum: Joyce Tritschler-van Os, Wieke Schrover en Henk Smeets. Dit idee van de Vughtse Jumbo-supermarkten, een fotoboek met plakplaatjes, doet denken aan de beroemde Verkade-album uit begin 20e eeuw. Niet toevallig, want in diezelfde tijd, 1921, opende een zekere Johan van Eerd in Veghel een groothandel in koloniale waren. In 1983 nam de familie Van Eerd de Jumbo-supermarkten over en bouwde de formule uit tot een indrukwekkend concern van bijna 700 winkels. Met een zekere fantasie kun je zo stellen dat de Jumbo-supermarkten in 2021 al 100 jaar bestaan. Voor iedereen met belangstelling voor de historie van Vught is dit een geweldig boek.
Vele en gevarieerde thema’s
Onderwerpen die aan bod komen zijn: opgravingen, bekende Vughtenaren, Vughtse wijken, straten die naar Vughtse burgemeesters zijn vernoemd, uitvalswegen, openbaar vervoer, Vughtse kunstenaars, sporters, kazernes, kerken, kloosters, zorginstellingen, scholen, cafés, herbergen, boerderijen, landgoederen, natuurgebieden, historische bedrijven, tradities en evenementen. Natuurlijk ook de Tweede Wereldoorlog en Kamp Vught. Tenslotte het Vughtse gemeentewapen.
Door alle coronabeperkingen hebben Vughtenaren elkaar het afgelopen jaar minder kunnen ontmoeten dan ze zouden willen. Dankzij deze Jumbo-actie zullen regelmatig plaatjes moeten worden geruild. Een goede reden om elkaar op te zoeken. Natuurlijk op veilige afstand, met mondkapje
(De teksten in dit bericht zijn overgenomen van Maarten Kroese / klaverblad)
Bestuursakkoord 19-1-2021
Op 18 januari 2021 maakte de Gemeente Vught in ’Een nieuwe start’ haar plannen voor het nieuwe bestuursakkoord voor de periode 2021-2026 bekend. Met instemming constateert de Stichting Erfgoed Vught de intentie om burgers en instanties te betrekken in de ontwikkeling van die plannen en telkens opnieuw de dialoog met hen op te zoeken.
Eén van de belangrijkste items is de naderende reconstructie van het spoor en de N65. Het college geeft aan met bewoners in overleg te willen treden hoe met die herinrichting erfgoed en groen optimaal kunnen worden benut en versterkt.
Projecten die het lokale belang overstijgen, te weten Nationaal Kamp Vught, Van Gogh Nationaal Park en Linie 1629, zullen op landelijk niveau nadrukkelijk onder de aandacht worden gebracht. Daarbij zal samenwerking met de gemeente
’s-Hertogenbosch noodzakelijk zijn om initiatieven te ontplooien om aandacht van toeristen te stimuleren. Daarnaast zal samen met het onlangs bij Vught en Cromvoirt gevoegde Helvoirt worden nagegaan hoe de vorming van het Van Gogh Nationaal Park hiervoor nieuwe mogelijkheden kan bieden. Verder zal worden gekeken hoe kan bijgedragen kan worden aan de viering in het herdenkingsjaar 2029.
Het bestuursakkoord benadrukt dat in deze plannen in het bijzonder aan het erfgoed aandacht zal worden geschonken. De Gemeente acht het van belang om over de identiteit van de drie dorpen te waken en ze daardoor aantrekkelijk te houden. Materieel en immaterieel erfgoed zijn van oudsher een bindende factor geweest die ook in de toekomst benut moet worden.
Het college geeft aan zich te willen inzetten voor samenwerking tussen instanties die zich met erfgoed bezig houden, meer samenhang te creëren en zo tot het stellen van gemeenschappelijk gedragen prioriteiten te kunnen komen.
De Stichting Erfgoed Vught is verheugd over deze intentie. Onze werkgroepen Archeologie, Historische Kaarten, 3D, WOII, Geschiedenis, en tijdschrift Schatten van Vught zijn zoals bekend sinds jaar en dag bezig in de geest die uit het bestuursakkoord spreekt om het erfgoed van de gemeente door publicaties, lezingen, presentaties en excursies onder de publieke aandacht te brengen. Stichting Erfgoed Vught wil dan ook van harte ingeschakeld worden om aan de plannen van de gemeente gestalte te geven.
Eén van de belangrijkste items is de naderende reconstructie van het spoor en de N65. Het college geeft aan met bewoners in overleg te willen treden hoe met die herinrichting erfgoed en groen optimaal kunnen worden benut en versterkt.
Projecten die het lokale belang overstijgen, te weten Nationaal Kamp Vught, Van Gogh Nationaal Park en Linie 1629, zullen op landelijk niveau nadrukkelijk onder de aandacht worden gebracht. Daarbij zal samenwerking met de gemeente
’s-Hertogenbosch noodzakelijk zijn om initiatieven te ontplooien om aandacht van toeristen te stimuleren. Daarnaast zal samen met het onlangs bij Vught en Cromvoirt gevoegde Helvoirt worden nagegaan hoe de vorming van het Van Gogh Nationaal Park hiervoor nieuwe mogelijkheden kan bieden. Verder zal worden gekeken hoe kan bijgedragen kan worden aan de viering in het herdenkingsjaar 2029.
Het bestuursakkoord benadrukt dat in deze plannen in het bijzonder aan het erfgoed aandacht zal worden geschonken. De Gemeente acht het van belang om over de identiteit van de drie dorpen te waken en ze daardoor aantrekkelijk te houden. Materieel en immaterieel erfgoed zijn van oudsher een bindende factor geweest die ook in de toekomst benut moet worden.
Het college geeft aan zich te willen inzetten voor samenwerking tussen instanties die zich met erfgoed bezig houden, meer samenhang te creëren en zo tot het stellen van gemeenschappelijk gedragen prioriteiten te kunnen komen.
De Stichting Erfgoed Vught is verheugd over deze intentie. Onze werkgroepen Archeologie, Historische Kaarten, 3D, WOII, Geschiedenis, en tijdschrift Schatten van Vught zijn zoals bekend sinds jaar en dag bezig in de geest die uit het bestuursakkoord spreekt om het erfgoed van de gemeente door publicaties, lezingen, presentaties en excursies onder de publieke aandacht te brengen. Stichting Erfgoed Vught wil dan ook van harte ingeschakeld worden om aan de plannen van de gemeente gestalte te geven.
Historici over Vught
In de afgelopen jaren kampten stichting Erfgoed Vught en het Vughts Museum met een tekort aan historici die kennis hadden over de geschiedenis van Vught. Er woonden in Vught wel historici, maar die hadden geen belangstelling voor lokale geschiedenis. Docenten geschiedenis van het Maurick College kwamen niet uit Vught en besteedden aandacht aan de geschiedenis van hun woongemeente. Drie historici hielden zich in de afgelopen tijd intensief bezig met de Vughtse geschiedenis: twee eindredacteuren van de in 2015 gestopte Vughtse Historische Reeks, Ottie Thiers en Ad van den Oord, en de voorzitter van het Vughts Museum, Henk Smeets. Ottie en Ad verzorgden de eindredactie van het succesboek over Vught en Cromvoirt: Twee bijzondere dorpen. Henk Smeets was verantwoordelijk voor de tentoonstellingen van het Vughts Museum, zoals drukbezochte exposities als De laatste oorlogsmaanden. Verder was er natuurlijk ook de directeur van het Nationaal Monument Kamp Vught, Jeroen van den Eijnde, die over de geschiedenis van het Kamp schreef.
Wat gemist werd, was een denktank over de Vughtse geschiedenis om onderwerpen voor te bereiden voor historische tentoonstellingen en thema’s te bedenken voor het nieuwe tijdschrift van de Stichting Erfgoed Vught: Schatten van Vught. Daar kwam in de loop van 2020 verandering in. Toen bleken zeven historici bereid om aan zo’n denktank te gaan meewerken. Inmiddels participeren ze in de redactie van Schatten van Vughten maken ze deel uit van werkgroepen die nieuwe tentoonstellingen in DePetrus voorbereiden. De werkgroep bestaat uit de docenten Joyce van Os en Wim van Schijndel, Jan Lelijveld, oud-beleidsmedewerker van het ministerie van Onderwijs, de oud-leraren Wieke Schrover en Peter van Amelsfoort, auteur en dichter Serge van Duijnhoven en Henk Smeets. De historische tentoonstellingen die voor de komende anderhalf jaar worden voorbereid gaan over Helvoirt, archeologische vondsten en verdwenen scholen.
Wat gemist werd, was een denktank over de Vughtse geschiedenis om onderwerpen voor te bereiden voor historische tentoonstellingen en thema’s te bedenken voor het nieuwe tijdschrift van de Stichting Erfgoed Vught: Schatten van Vught. Daar kwam in de loop van 2020 verandering in. Toen bleken zeven historici bereid om aan zo’n denktank te gaan meewerken. Inmiddels participeren ze in de redactie van Schatten van Vughten maken ze deel uit van werkgroepen die nieuwe tentoonstellingen in DePetrus voorbereiden. De werkgroep bestaat uit de docenten Joyce van Os en Wim van Schijndel, Jan Lelijveld, oud-beleidsmedewerker van het ministerie van Onderwijs, de oud-leraren Wieke Schrover en Peter van Amelsfoort, auteur en dichter Serge van Duijnhoven en Henk Smeets. De historische tentoonstellingen die voor de komende anderhalf jaar worden voorbereid gaan over Helvoirt, archeologische vondsten en verdwenen scholen.
Napoleon brengt Vught en Cromvoirt hun geschiedenis
foto: Keizer Napoleon (Cees Slegers) overhandigt de geschiedenis van Vught en Cromvoirt aan burgemeester Roderick van de Mortel (foto: Carel Murk)
Hij was vandaag langer in Vught dan toen hij in 1810 door Cromvoirt en Vught draafde op weg naar ’s-Hertogenbosch. Keizer Napoleon overhandigde vandaag een lijvig boekwerk over de geschiedenis van ‘twee bijzondere dorpen’ aan de Vughtse burgemeester Roderick van de Mortel. De burgemeester citeert in het voorwoord van het boek de keizer die gezegd zou hebben: ‘De geschiedenis is een hoop leugens waarover iedereen het eens is’. Vlak voor de aanbieding vandaag zei de keizer, gespeeld door één van de auteurs van het boek, Cees Slegers, dat hij dat best ooit gezegd kan hebben, maar dat hij er nu anders over denkt: ‘De geschiedenis is een hoop feiten, waar niemandhet over eens is’. Als vorm van fake newsnoemde hij het promotiefilmpje over de N65, waarin deze weg ‘Route Napoleon’ wordt genoemd. Die weg liep in werkelijkheid van Loon op Zand via de Distelberg en de Vughtse hei naar Den Bosch. Ách burgemeester’, zei de keizer, ‘was die weg maar ooit bestraat, dan ‘was de snelweg langs uw gemeente gegaan’ en was Vught veel ellende bespaard gebleven. Napoleon haakte ook in op de komende gemeenteraadsverkiezingen: ‘Enkele weken na mijn doorreis door Vught, lijfde ik heel Nederland in bij mijn keizerrijk en gaf ik iedere man boven de 21 jaar stemrecht. Ik zag dat dat stemrecht nog steeds bestaat en op de verkiezingsborden las ik zelfs dat nu ook op vrouwen gestemd kan worden’.
In zijn dankwoord zei burgemeester Van de Mortel, dat één van zijn voorvaderen, Paulus de la Court, de keizer gediend had en daarvoor tot commandeur was benoemd in de Ordre impérial de la Réunion. Dat leverde de verheffing in de adelstand op en een jaarlijkse uitkering. De burgemeester wees er fijntjes op dat zijn voorvader die uitkering maar twee keer had ontvangen. De keizer had zijn antwoord direct klaar: ‘Dan hadden de Nederlanders me maar niet het land uit moeten jagen!’ Burgemeester Van de Mortel feliciteerde vervolgens de stichting Erfgoed Vught en de auteurs met het prachtige boek.
Twee bijzondere dorpen is een uitgave vande Stichting Erfgoed Vught en Bruna Vught. Dit fraaie historische boekwerk in groot formaat telt circa 376 pagina’s. De tekst is verlevendigd met veel afbeeldingen, kaarten en foto’s. Het boek is verkrijgbaar in de Vughtse Bruna Boekhandels en boekhandel Adr. Heinen in ’s-Hertogenbosch. Het kost € 39,50.
Twee bijzondere dorpen
Vrijdag 13 november presenteren Stichting Erfgoed Vught en Bruna Vught een monumentaal geschiedenisboek over Vught en Cromvoirt. Het boek is rijk geïllustreerd en bevat 376 pagina's. Twee voormalige eindredacteuren van de Vughtse Historische Reeks, Ottie Thiers en Ad van den Oord, zijn de auteurs van vele hoofdstukken in het boek: over eeuwenlange oorlogvoering op Vughts grondgebied, de slag van Lekkerbeetje, het rijke Roomse leven, de landgoederenen, Voorburg, de IJzeren Man, de Vughtse gevangenis en - heel actueel - Vught als knooppunt van wegen. Verder bevat het boek hoofdstukken over archeologie (van de hand van Liesbeth Theunissen en Stefan Molenaar), de Middeleeuwen (Lauran Toorians), Cromvoirt (Cees Slegers), Kamp Vught (Jeroen van den Eijnde) en de Vughtse Molukkers (Henk Smeets). Het boek kost 39,50 en is vanaf zaterdag 14 november verkrijgbaar bij de winkels van Bruna Vught en Adr. Heinen in Den Bosch.
Met het verschijnen van dit boek komt de Stichting Erfgoed Vught haar belofte na om na de afronding van de Vughtse Historische Reeks twee historische studies uit te brengen: het boek dat nu verschijnt en een historische atlas van Vught en Cromvoirt, die al in 2017 werd gepubliceerd. De Stichting gaat verder als heemkundekring en beschikt intussen over actieve werkgroepen met vrijwilligers over archeologie, de Tweede Wereldoorlog, historische kaarten, Vught in 3D en een denktank over Vughtse geschiedenis. Daarnaast wordt elk kwartaal een tijdschrift uitgegeven: Schatten van Vught.
www.erfgoedvught.nl
Met het verschijnen van dit boek komt de Stichting Erfgoed Vught haar belofte na om na de afronding van de Vughtse Historische Reeks twee historische studies uit te brengen: het boek dat nu verschijnt en een historische atlas van Vught en Cromvoirt, die al in 2017 werd gepubliceerd. De Stichting gaat verder als heemkundekring en beschikt intussen over actieve werkgroepen met vrijwilligers over archeologie, de Tweede Wereldoorlog, historische kaarten, Vught in 3D en een denktank over Vughtse geschiedenis. Daarnaast wordt elk kwartaal een tijdschrift uitgegeven: Schatten van Vught.
www.erfgoedvught.nl
Twee bijzondere dorpen (14)
Twee bijzondere dorpen
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Vught in het wereldnieuws
Vorige week hadden we het op deze plaats over Lekkerbeetje en De Bréauté, die allebei in het jaar 1600 het leven lieten in een duel op de Vughterhei, waarmee zij zichzelf en Vught zowel beroemd als berucht maakten. De uitkomst van dit duel werd door de overwinnaar gezien als een goed voorteken: het Zuiden zou de oorlog gaan winnen! Maar 29 jaar later keerden de kansen definitief, toen Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch veroverde voor het Noorden. Weer was Vught in het nieuws. Het dorp haalde zelfs de cover van aflevering 17 van het Historisch Verhael, een fameuze kroniek die twee maal per jaar verscheen en vol stond met nieuws en gebeurtenissen uit de Nederlanden, Europa, Azië, Afrika en Amerika. De schrijver was Nicolaes van Wassenaar, een arts uit Amsterdam. Aflevering 17 behandelt de periode april tot oktober 1629. Het belangrijkste wereldnieuws was de verovering van ’s-Hertogenbosch, weergegeven op de bovenste kaart. De verovering van Wezel (onder) was de ‘voorzet’. Bovenin zien we ’s-Hertogenbosch, omsloten door een linie met een aantal legerkampen. Vught was het hoofdkwartier van Frederik Hendrik: het grootste kamp, linksboven op de kaart. Zelfs de Staten-Generaal verbleef in het dorp.
Je zou misschien denken: fijn voor de bewoners, dat ze deze roemruchte gebeurtenis en de feestelijkheden na de overwinning vanaf de eerste rang mochten meemaken, maar dat viel tegen. In Vught waren tijdens het beleg 150 boerderijen verwoest en de landerijen waren bedorven. In Cromvoirt stond nog maar één huis overeind. Het leger vertrok, met achterlating van honger en besmettelijke ziekten. Eind 1629 waren er in Vught bijna geen inwoners meer om de pestdoden te begraven, zodat de lijken soms dagenlang op straat bleven liggen.
Ottie Thiers
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Vught in het wereldnieuws
Vorige week hadden we het op deze plaats over Lekkerbeetje en De Bréauté, die allebei in het jaar 1600 het leven lieten in een duel op de Vughterhei, waarmee zij zichzelf en Vught zowel beroemd als berucht maakten. De uitkomst van dit duel werd door de overwinnaar gezien als een goed voorteken: het Zuiden zou de oorlog gaan winnen! Maar 29 jaar later keerden de kansen definitief, toen Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch veroverde voor het Noorden. Weer was Vught in het nieuws. Het dorp haalde zelfs de cover van aflevering 17 van het Historisch Verhael, een fameuze kroniek die twee maal per jaar verscheen en vol stond met nieuws en gebeurtenissen uit de Nederlanden, Europa, Azië, Afrika en Amerika. De schrijver was Nicolaes van Wassenaar, een arts uit Amsterdam. Aflevering 17 behandelt de periode april tot oktober 1629. Het belangrijkste wereldnieuws was de verovering van ’s-Hertogenbosch, weergegeven op de bovenste kaart. De verovering van Wezel (onder) was de ‘voorzet’. Bovenin zien we ’s-Hertogenbosch, omsloten door een linie met een aantal legerkampen. Vught was het hoofdkwartier van Frederik Hendrik: het grootste kamp, linksboven op de kaart. Zelfs de Staten-Generaal verbleef in het dorp.
Je zou misschien denken: fijn voor de bewoners, dat ze deze roemruchte gebeurtenis en de feestelijkheden na de overwinning vanaf de eerste rang mochten meemaken, maar dat viel tegen. In Vught waren tijdens het beleg 150 boerderijen verwoest en de landerijen waren bedorven. In Cromvoirt stond nog maar één huis overeind. Het leger vertrok, met achterlating van honger en besmettelijke ziekten. Eind 1629 waren er in Vught bijna geen inwoners meer om de pestdoden te begraven, zodat de lijken soms dagenlang op straat bleven liggen.
Ottie Thiers
Twee bijzondere dorpen (13)
Twee bijzondere dorpen
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Moord in de Galgestraat
Op de hoek van de Loonsebaan en de De Bréautélaan staat een standbeeld van twee ridders te paard, die verwikkeld zijn in een bloedig gevecht. In werkelijkheid, op 5 februari 1600, hadden zij elk nog een stuk of twintig medestrijders bij zich, maar daar is tegenwoordig geen plaats meer voor. De ene ridder, met een opzichtige pluim op zijn helm, heeft net een schot gelost op zijn tegenstander, die dodelijk getroffen van zijn paard aan het vallen is. Het is Lekkerbeetje, aanvoerder van de Bossche strijders, die op het punt staat de geschiedenis in te gaan als martelaar en oorlogsheld. Zijn makkers zetten de strijd moedig voort en winnen glansrijk. De gepluimde ridder is De Bréauté, een onstuimige 19-jarige Fransman, die dienst genomen heeft in het leger van de Republiek – waar Den Bosch nog niet bij hoort. De Fransman raakt zwaar gewond, geeft zich over en wordt door de overwinnaars op een paard gehesen en mee terug gevoerd naar Den Bosch. Niet over de Loonsebaan, die bestond toen nog niet. Bovendien staat het standbeeld niet op de plek waar het gevecht werkelijk plaatsvond. De terugtocht ging via de Galgestraat, een weg die vanuit de stad langs de galg voerde, richting Loon op Zand. Ergens in die Galgestraat ging het helemaal mis. Volgens een trompetter van De Bréauté, die het gezelschap op een afstandje volgde, kwam er plots uit de richting van Vught een groepje wraaklustige aanhangers van Lekkerbeetje aanstormen, die De Bréauté vermoordden. Een lynchpartij ná de slag dus, een diepe schande. En zo had iedere partij zijn eigen verhaal bij de talloze schilderijen en prenten die van deze slag gemaakt zijn: stof genoeg om nog een paar eeuwen over te kunnen bakkeleien.
Ottie Thiers
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Moord in de Galgestraat
Op de hoek van de Loonsebaan en de De Bréautélaan staat een standbeeld van twee ridders te paard, die verwikkeld zijn in een bloedig gevecht. In werkelijkheid, op 5 februari 1600, hadden zij elk nog een stuk of twintig medestrijders bij zich, maar daar is tegenwoordig geen plaats meer voor. De ene ridder, met een opzichtige pluim op zijn helm, heeft net een schot gelost op zijn tegenstander, die dodelijk getroffen van zijn paard aan het vallen is. Het is Lekkerbeetje, aanvoerder van de Bossche strijders, die op het punt staat de geschiedenis in te gaan als martelaar en oorlogsheld. Zijn makkers zetten de strijd moedig voort en winnen glansrijk. De gepluimde ridder is De Bréauté, een onstuimige 19-jarige Fransman, die dienst genomen heeft in het leger van de Republiek – waar Den Bosch nog niet bij hoort. De Fransman raakt zwaar gewond, geeft zich over en wordt door de overwinnaars op een paard gehesen en mee terug gevoerd naar Den Bosch. Niet over de Loonsebaan, die bestond toen nog niet. Bovendien staat het standbeeld niet op de plek waar het gevecht werkelijk plaatsvond. De terugtocht ging via de Galgestraat, een weg die vanuit de stad langs de galg voerde, richting Loon op Zand. Ergens in die Galgestraat ging het helemaal mis. Volgens een trompetter van De Bréauté, die het gezelschap op een afstandje volgde, kwam er plots uit de richting van Vught een groepje wraaklustige aanhangers van Lekkerbeetje aanstormen, die De Bréauté vermoordden. Een lynchpartij ná de slag dus, een diepe schande. En zo had iedere partij zijn eigen verhaal bij de talloze schilderijen en prenten die van deze slag gemaakt zijn: stof genoeg om nog een paar eeuwen over te kunnen bakkeleien.
Ottie Thiers
Twee bijzondere dorpen (12)
Twee bijzondere dorpen
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De burgemeester van het villapark
In 1920 werd het Vughtse villapark geopend. Het zou volgens de projectontwikkelaars Vught opstuwen tot een buitengemeente zoals Laren, Nunspeet, De Bilt en Overveen. Men liet niet na het Vughtse gemeentebestuur te wijzen op de voordelen: hogere lokale belastingopbrengsten én meer inkomsten voor de plaatselijke middenstand. De meeste woningen in het villapark werden ingericht als tweede huis voor de zomermaanden, voornamelijk voor hoog opgeleide en kunstzinnige Bosschenaren. De landhuizen werden gesitueerd in een vooraf reeds aangelegd tuinlandschap. De ingang van het villapark werd gemarkeerd door een poort. Een gated communityavant la lettredus. Een gepensioneerd luitenant-kolonel van de marechaussee met een grote grijze snor groeide uit tot de meest markante villaparkbewoner. G.J.P.A. Thomson was zijn naam en in 1922 was hij Kamerkandidaat voor een uiterst rechts partijtje, dat vooral de belastingdruk laag wilde houden. Die kandidatuur werd geen doorslaggevend succes, want hoewel de villabewoners graag zo weinig mogelijk belasting betaalden, kreeg Thomson in Vught slechts 27 stemmen. Toch slaagde hij erin de bijnaam ‘burgemeester van het villapark’ te vergaren. Gezag had hij dus wel als hoeder van lage belastingen. Ook het Bossche stadsbestuur maakte zich zorgen om de lokale belastingen. Maar dan over het feit dat steeds meer van die stadsinkomsten verdwenen naar de gemeente Vught door de uitbreiding van het villapark. Het Bossche gemeentebestuur spande zich vanaf 1917-1918 daarom in voor (gedeeltelijke) annexatie van Vught. De hele twintigste eeuw zou bol staan van Bossche annexatieplannen. Maar dankzij Houdini-trucs van Vughtse burgemeesters zoals August van Lanschot en Fred de Graaf wist Vught telkens weer te ontsnappen uit de Bossche boeien!
Ad van den Oord
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De burgemeester van het villapark
In 1920 werd het Vughtse villapark geopend. Het zou volgens de projectontwikkelaars Vught opstuwen tot een buitengemeente zoals Laren, Nunspeet, De Bilt en Overveen. Men liet niet na het Vughtse gemeentebestuur te wijzen op de voordelen: hogere lokale belastingopbrengsten én meer inkomsten voor de plaatselijke middenstand. De meeste woningen in het villapark werden ingericht als tweede huis voor de zomermaanden, voornamelijk voor hoog opgeleide en kunstzinnige Bosschenaren. De landhuizen werden gesitueerd in een vooraf reeds aangelegd tuinlandschap. De ingang van het villapark werd gemarkeerd door een poort. Een gated communityavant la lettredus. Een gepensioneerd luitenant-kolonel van de marechaussee met een grote grijze snor groeide uit tot de meest markante villaparkbewoner. G.J.P.A. Thomson was zijn naam en in 1922 was hij Kamerkandidaat voor een uiterst rechts partijtje, dat vooral de belastingdruk laag wilde houden. Die kandidatuur werd geen doorslaggevend succes, want hoewel de villabewoners graag zo weinig mogelijk belasting betaalden, kreeg Thomson in Vught slechts 27 stemmen. Toch slaagde hij erin de bijnaam ‘burgemeester van het villapark’ te vergaren. Gezag had hij dus wel als hoeder van lage belastingen. Ook het Bossche stadsbestuur maakte zich zorgen om de lokale belastingen. Maar dan over het feit dat steeds meer van die stadsinkomsten verdwenen naar de gemeente Vught door de uitbreiding van het villapark. Het Bossche gemeentebestuur spande zich vanaf 1917-1918 daarom in voor (gedeeltelijke) annexatie van Vught. De hele twintigste eeuw zou bol staan van Bossche annexatieplannen. Maar dankzij Houdini-trucs van Vughtse burgemeesters zoals August van Lanschot en Fred de Graaf wist Vught telkens weer te ontsnappen uit de Bossche boeien!
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpen (11)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Heilige en gebroken harten
Kloostergeestelijken speelden een belangrijke rol in het verstevigen van het roomse geloof. Na 1900 werden vooral de Heilig Hartbeelden populair. Ze werden geplaatst in de openbare ruimte. In 1919 was in Vught 1200 gulden opgehaald voor een Heilig Hartbeeld bij de kerk. Talloze Heilig Hartbeelden werden ook geplaatst in fabrieken en in woningen van rijken en armen. De pensionaires van Regina Coeli betoonden zich het meest ijverig om deze beelden ‘aan de man’ te brengen. Als een gezin niet opendeed, postten de meisjes van Coeli rustig een halve dag voor het huis. Dat bleef niet zonder resultaat. Triomfantelijk kwam men dan enkele dagen later terug met een pater van Sparrendaal, die het Heilig-Hartbeeld plechtig zegende te midden van een waaier van bloemen. Pensionaire Marie van Rijckevorsel scoorde in Schoonveld (volgens de pastoor nota bene een ‘socialistische’ wijk) met 17 intronisaties heel hoog. In 1922 deden al zevenhonderd gezinnen in Vught mee aan de actie. Bij Coeli waren ze er diep van overtuigd dat alle inspanning voor het Heilig Hart ze in 1918 beschermd had tegen de Spaanse griep. Immers op Mariaoord, het concurrerende pensionaat, maakte de griep maar liefst negentig slachtoffers. De zusters en meisjes van Coeli hadden wel het voordeel dat een Peruaanse pater Mateo Crawley Boevey ze flink opzweepte. Of hij een goed redenaar was, weten we niet. Maar hij was wel een knappe verschijning. Hij brak het hart van menig non en meisje.
Ad van den Oord
Heilige en gebroken harten
Kloostergeestelijken speelden een belangrijke rol in het verstevigen van het roomse geloof. Na 1900 werden vooral de Heilig Hartbeelden populair. Ze werden geplaatst in de openbare ruimte. In 1919 was in Vught 1200 gulden opgehaald voor een Heilig Hartbeeld bij de kerk. Talloze Heilig Hartbeelden werden ook geplaatst in fabrieken en in woningen van rijken en armen. De pensionaires van Regina Coeli betoonden zich het meest ijverig om deze beelden ‘aan de man’ te brengen. Als een gezin niet opendeed, postten de meisjes van Coeli rustig een halve dag voor het huis. Dat bleef niet zonder resultaat. Triomfantelijk kwam men dan enkele dagen later terug met een pater van Sparrendaal, die het Heilig-Hartbeeld plechtig zegende te midden van een waaier van bloemen. Pensionaire Marie van Rijckevorsel scoorde in Schoonveld (volgens de pastoor nota bene een ‘socialistische’ wijk) met 17 intronisaties heel hoog. In 1922 deden al zevenhonderd gezinnen in Vught mee aan de actie. Bij Coeli waren ze er diep van overtuigd dat alle inspanning voor het Heilig Hart ze in 1918 beschermd had tegen de Spaanse griep. Immers op Mariaoord, het concurrerende pensionaat, maakte de griep maar liefst negentig slachtoffers. De zusters en meisjes van Coeli hadden wel het voordeel dat een Peruaanse pater Mateo Crawley Boevey ze flink opzweepte. Of hij een goed redenaar was, weten we niet. Maar hij was wel een knappe verschijning. Hij brak het hart van menig non en meisje.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpen (10)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Indiëweigeraars in de Vughtse modelgevangenis
In 1949 kreeg Vught officieel een gevangenis: Nieuw Vosseveld. Een deel van het voormalige concentratiekamp bleek namelijk van alle locaties in Nederland de meest geschikte accommodatie te zijn voor het opzetten van een nieuw, humaan gevangenissysteem. Daar werd met veel idealisme en enthousiasme aan gewerkt. Zo werd Nieuw Vosseveld in de jaren vijftig het ‘paradepaardje van de Nederlandse regering’. De regionale krant Het Huisgezinmaakte het nog mooier en sprak van de ‘modelgevangenis van Europa’. In deze modelgevangenis zaten in het begin nog allerlei soorten gevangenen opgesloten: mannen die veroordeeld waren voor collaboratie met de bezetter, mannen die een straf uitzaten voor ‘gewone’ misdaden, en Indiëweigeraars: dienstplichtigen die geweigerd hadden te gaan vechten voor het behoud van de kolonie Nederlands-Indië. Zij kregen forse straffen, tot meer dan drie jaar. De pers had doorgaans geen goed woord voor hen over, met uitzondering van het communistische dagblad De Waarheid.
De kern van de nieuwe gevangenisaanpak was heropvoeding, zodat veroordeelden na het uitzitten van hun straf als een nieuw mens terug konden keren in de vrije samenleving. Je moest je dan wel gewillig laten heropvoeden en tot inkeer komen. De principiële Indiëweigeraars deden dat niet, die betuigden geen spijt. Zij moesten hun volle straf uitzitten. Deze cartoon van Lex Wartenberg (De Waarheid, 12 mei 1951) laat zien hoe de communisten daarover dachten. Boeven – gehuld in Duitse uniformen met hakenkruisen en SS-emblemen – zwaaien braaf met een Amerikaans vlaggetje en worden vrijgelaten door de cipier, minister-president Willem Drees. De vastberaden jongeman, die eruitziet als een onberispelijke stripboekheld, blijft achter slot en grendel. Drees ziet hem niet eens staan.
Ottie Thiers
Indiëweigeraars in de Vughtse modelgevangenis
In 1949 kreeg Vught officieel een gevangenis: Nieuw Vosseveld. Een deel van het voormalige concentratiekamp bleek namelijk van alle locaties in Nederland de meest geschikte accommodatie te zijn voor het opzetten van een nieuw, humaan gevangenissysteem. Daar werd met veel idealisme en enthousiasme aan gewerkt. Zo werd Nieuw Vosseveld in de jaren vijftig het ‘paradepaardje van de Nederlandse regering’. De regionale krant Het Huisgezinmaakte het nog mooier en sprak van de ‘modelgevangenis van Europa’. In deze modelgevangenis zaten in het begin nog allerlei soorten gevangenen opgesloten: mannen die veroordeeld waren voor collaboratie met de bezetter, mannen die een straf uitzaten voor ‘gewone’ misdaden, en Indiëweigeraars: dienstplichtigen die geweigerd hadden te gaan vechten voor het behoud van de kolonie Nederlands-Indië. Zij kregen forse straffen, tot meer dan drie jaar. De pers had doorgaans geen goed woord voor hen over, met uitzondering van het communistische dagblad De Waarheid.
De kern van de nieuwe gevangenisaanpak was heropvoeding, zodat veroordeelden na het uitzitten van hun straf als een nieuw mens terug konden keren in de vrije samenleving. Je moest je dan wel gewillig laten heropvoeden en tot inkeer komen. De principiële Indiëweigeraars deden dat niet, die betuigden geen spijt. Zij moesten hun volle straf uitzitten. Deze cartoon van Lex Wartenberg (De Waarheid, 12 mei 1951) laat zien hoe de communisten daarover dachten. Boeven – gehuld in Duitse uniformen met hakenkruisen en SS-emblemen – zwaaien braaf met een Amerikaans vlaggetje en worden vrijgelaten door de cipier, minister-president Willem Drees. De vastberaden jongeman, die eruitziet als een onberispelijke stripboekheld, blijft achter slot en grendel. Drees ziet hem niet eens staan.
Ottie Thiers
Twee bijzondere dorpen(9)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Bloemen in een askuil
Als zestienjarige was Vughtenaar Rein van Rooij één van de eersten die eind oktober 1944 in het net bevrijdde kamp Vught kon rondlopen: ‘Toen stonden we voor het crematorium. Er lag een hoop as in een kuil. Dan stond er de galg. We keken naar de hoop as. Toen wisten we ‘t. Iemand stelde voor bloemen te gaan plukken. Tien minuten later had hij een boeket en we legden het op de grond. Niemand kon nu nog praten. Er klonk geen woord’.
Bloemen in een askuil. Een tijd geleden zag ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens een foto gemaakt bij kamp Vught. Het is een indrukwekkend scherpe, in strijklicht genomen foto. Gemaakt door een Canadese legerfotograaf in de uiterste hoek van het kampcomplex, naast het crematorium. Pas in tweede instantie viel mijn blik op de bloemen. Dahlia’s. Precies de bloemen die Rein van Rooij op zijn tocht door het kamp eerder zag in de keurig aangeharkte bloemperkjes die de kampbarakken omgaven (nóg zo’n detail!). Hoe schoonheid en gruwel samengaan. En hoe het herdenken al begon op die mooie nazomerdag in oktober ‘44. En doorgaat tot de dag van vandaag.
Jeroen van den Eijnde
Bloemen in een askuil
Als zestienjarige was Vughtenaar Rein van Rooij één van de eersten die eind oktober 1944 in het net bevrijdde kamp Vught kon rondlopen: ‘Toen stonden we voor het crematorium. Er lag een hoop as in een kuil. Dan stond er de galg. We keken naar de hoop as. Toen wisten we ‘t. Iemand stelde voor bloemen te gaan plukken. Tien minuten later had hij een boeket en we legden het op de grond. Niemand kon nu nog praten. Er klonk geen woord’.
Bloemen in een askuil. Een tijd geleden zag ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens een foto gemaakt bij kamp Vught. Het is een indrukwekkend scherpe, in strijklicht genomen foto. Gemaakt door een Canadese legerfotograaf in de uiterste hoek van het kampcomplex, naast het crematorium. Pas in tweede instantie viel mijn blik op de bloemen. Dahlia’s. Precies de bloemen die Rein van Rooij op zijn tocht door het kamp eerder zag in de keurig aangeharkte bloemperkjes die de kampbarakken omgaven (nóg zo’n detail!). Hoe schoonheid en gruwel samengaan. En hoe het herdenken al begon op die mooie nazomerdag in oktober ‘44. En doorgaat tot de dag van vandaag.
Jeroen van den Eijnde
De Nieuwe Schatten van Vught is uit!
Nummer 1 van de derde jaargang van Schatten van Vught is uit.
Hoewel over Kasteel Maurick al veel is geschreven, roept dit gebouw toch nog veel vragen op. Wat was de oorspronkelijke functie? Hoe kon het het oorlogsgeweld dat Vught eeuwenlang trof overleven? Welke veranderingen onderging het? Rob Gruben en Taco Hermans proberen enkele van de vragen in dit nummer te beantwoorden. Zij doen een poging om de bouwhistorie van Maurick te achterhalen. Nauwgezet is het kasteel onderzocht om te kijken hoe het in elkaar zit en welke bouwfasen onderscheiden kunnen worden.
Bas Bevaart is één van de auteurs van de publicatie Vier eeuwen militaire inundaties rond ’s-Hertogenbosch(2018). In de ondertitel van dit boek wordt water ‘een zegen, maar ook een kwelling’ genoemd. De zegen betrof de defensieve waarde van het water voor vestingsteden en de transportmogelijkheden via rivieren. De kwelling betrof de wateroverlast voor het buitengebied. Die werd in noord-oost-Brabant nog versterkt door frequente overstromingen van rivieren. Dat óók Vught regelmatig te kampen had met wateroverlast, beschrijft Bevaart in deze aflevering van Schatten, met het accent op de zeventiende eeuw.
In de afgelopen twee jaargangen kregen archeologie, Middeleeuwen, Tachtigjarige Oorlog en de Tweede Wereldoorlog aandacht. Artikelen over andere onderwerpen zijn in voorbereiding. Zo zal in komende nummers het Vughtse station worden besproken, evenals jeugdcultuur in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het tijdschrift is te koop bij de Vughtse Brunawinkels en in de Wereldwinkel in DePetrus en kost 7,50. Een jaarabonnement kost 25,-- en kan besteld worden via [email protected].
Hoewel over Kasteel Maurick al veel is geschreven, roept dit gebouw toch nog veel vragen op. Wat was de oorspronkelijke functie? Hoe kon het het oorlogsgeweld dat Vught eeuwenlang trof overleven? Welke veranderingen onderging het? Rob Gruben en Taco Hermans proberen enkele van de vragen in dit nummer te beantwoorden. Zij doen een poging om de bouwhistorie van Maurick te achterhalen. Nauwgezet is het kasteel onderzocht om te kijken hoe het in elkaar zit en welke bouwfasen onderscheiden kunnen worden.
Bas Bevaart is één van de auteurs van de publicatie Vier eeuwen militaire inundaties rond ’s-Hertogenbosch(2018). In de ondertitel van dit boek wordt water ‘een zegen, maar ook een kwelling’ genoemd. De zegen betrof de defensieve waarde van het water voor vestingsteden en de transportmogelijkheden via rivieren. De kwelling betrof de wateroverlast voor het buitengebied. Die werd in noord-oost-Brabant nog versterkt door frequente overstromingen van rivieren. Dat óók Vught regelmatig te kampen had met wateroverlast, beschrijft Bevaart in deze aflevering van Schatten, met het accent op de zeventiende eeuw.
In de afgelopen twee jaargangen kregen archeologie, Middeleeuwen, Tachtigjarige Oorlog en de Tweede Wereldoorlog aandacht. Artikelen over andere onderwerpen zijn in voorbereiding. Zo zal in komende nummers het Vughtse station worden besproken, evenals jeugdcultuur in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het tijdschrift is te koop bij de Vughtse Brunawinkels en in de Wereldwinkel in DePetrus en kost 7,50. Een jaarabonnement kost 25,-- en kan besteld worden via [email protected].
Twee bijzondere dorpen (8)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
Bijschrift: Foto’s uit 1884 van de twee Vughtse Rembrandts (BHIC).
Roetveeg-Rembrandts
Vught kende eind negentiende eeuw enkele tientallen buitenplaatsen, vooral bewoond door rijke Bosschenaren. Een deel van het dorp was eigenlijk ‘de voortuin van Den Bosch’ geworden, waar de stadselite genoot van villa, lusttuin, natuur en rust, maar ook van copieuze diners en drankfestijnen. Toen Johannes van Zurpele van Sophiasburg in 1828 overleed, vonden zijn erfgenamen 1081 volle wijnflessenChâteau Morin. Dat waren er ruim tweemaal zoveel als Gijsbert van Beresteijn, eigenaar van kasteel Maurick, in 1884 naliet. Wijnflessen leenden zich blijkbaar goed als conspicuous consumption, zoals sociologen de ‘opzichtige consumptie’ in onze maatschappij betitelen. Met de cultuur op de Vughtse buitenplaatsen was het slechter gesteld. Ja, Vught telde aan het einde van de negentiende eeuw een eigen sociëteit Amicitia, met 53 leden. Maar daarvan woonden er slechts zestien in Vught. Bovendien bezochten de leden de sociëteit, die ondergebracht was in café ’t Bijltje, vooral om te biljarten, te kaarten, te roken en om bier, wijn en bovenal champagne te drinken. De Van Beresteijns hadden in kasteel Maurick vijftig zeventiende-eeuwse schilderijen hangen. Maar er werd nauwelijks naar omgekeken. Na de dood van Gijsbert van Beresteijn besloten zijn kinderen alles te verkopen. Twee schilderijen waren jarenlang gebruikt om schoorsteenroet op te vangen en bonen te drogen. En uitgerekend die schilderijen bleken de naam te dragen van een schilder met jaartal: R.H.L. van Rijn 1632. Oftewel … Rembrandt Harmensz. van Leiden van Rhijn! Hoe het afliep met deze ‘roetveeg-Rembrandts’ kunt u lezen in ons boek.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpen (7)
Twee bijzondere dorpen
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De 25.000ste!
Daar sta je dan op vrijdag 31 juli 1959 in je zwembroekje bij De IJzeren Man. Tussen allerlei notabelen en de badmeester, om een stevige handdruk in ontvangst te mogen nemen. Volgens fotopersbureau Het Zuiden ging het om de 25.000ste bezoeker. Aangezien het seizoen 1959-1960 maar liefst 300.000 bezoekers naar De IJzeren Man lokte, zal deze 25.000 in juli waarschijnlijk een weekrecord zijn geweest. Hoe het ook zij, De IJzeren Man was in de jaren vijftig een topattractie in Brabant. Na de Efteling trok het zwembad de meeste bezoekers. Toch was baden en zwemmen lange tijd niet vanzelfsprekend. De geestelijkheid oefende druk uit op gemeentebesturen om gemengd zwemmen te verbieden. Ook de Vughtse pastoors bewerkten de gemeenteraad, maar het college onder leiding van burgemeester Frans van Rijckevorsel week niet. Vught was de enige plaats in Brabant waar in de jaren vijftig nog gemengd gezwommen kon worden. Het college had overigens vooral economische redenen: sluiting van het gemengde bad zou een financiële strop voor de gemeente zijn geweest.Toen het Vughtse gemeentebestuur in 1956 ook gemengd zonnebaden toestond (tegen het uitdrukkelijke advies van de Nederlandse bisschoppen in!), kwamen gemeenten zoals Oss, Helmond en Deurne in Vught schoorvoetend informeren hoe ze dat toch voor elkaar gekregen hadden. Vught werd een lichtend voorbeeld in Brabants gemeenteland. Het zal deze jongen in zijn zwembroekje allemaal ontgaan zijn. Maar hij mocht wel twee keer op de foto: in zwembroek én in zijn burgerkloffie. Misschien voor het geval dat de roomse pers de foto met enkel zwembroek te aanstootgevend zou vinden.
Ad van den Oord
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De 25.000ste!
Daar sta je dan op vrijdag 31 juli 1959 in je zwembroekje bij De IJzeren Man. Tussen allerlei notabelen en de badmeester, om een stevige handdruk in ontvangst te mogen nemen. Volgens fotopersbureau Het Zuiden ging het om de 25.000ste bezoeker. Aangezien het seizoen 1959-1960 maar liefst 300.000 bezoekers naar De IJzeren Man lokte, zal deze 25.000 in juli waarschijnlijk een weekrecord zijn geweest. Hoe het ook zij, De IJzeren Man was in de jaren vijftig een topattractie in Brabant. Na de Efteling trok het zwembad de meeste bezoekers. Toch was baden en zwemmen lange tijd niet vanzelfsprekend. De geestelijkheid oefende druk uit op gemeentebesturen om gemengd zwemmen te verbieden. Ook de Vughtse pastoors bewerkten de gemeenteraad, maar het college onder leiding van burgemeester Frans van Rijckevorsel week niet. Vught was de enige plaats in Brabant waar in de jaren vijftig nog gemengd gezwommen kon worden. Het college had overigens vooral economische redenen: sluiting van het gemengde bad zou een financiële strop voor de gemeente zijn geweest.Toen het Vughtse gemeentebestuur in 1956 ook gemengd zonnebaden toestond (tegen het uitdrukkelijke advies van de Nederlandse bisschoppen in!), kwamen gemeenten zoals Oss, Helmond en Deurne in Vught schoorvoetend informeren hoe ze dat toch voor elkaar gekregen hadden. Vught werd een lichtend voorbeeld in Brabants gemeenteland. Het zal deze jongen in zijn zwembroekje allemaal ontgaan zijn. Maar hij mocht wel twee keer op de foto: in zwembroek én in zijn burgerkloffie. Misschien voor het geval dat de roomse pers de foto met enkel zwembroek te aanstootgevend zou vinden.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpen (6)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt: Twee bijzondere dorpen. Vught en Cromvoirt. Van prehistorie tot heden. In de komende tijd vertellen auteurs en andere bij het boek betrokkenen in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen. Deze week een bijdrage over de Molukse gemeenschap in Vught.
Molukse vrouw
De Vughtse kunstenaar Reinier Pijnenburg (1884-1968) schilderde in zijn leven talloze portretten, liefst van mensen in klederdracht. In Nederland waren dat Brabantse boeren en boerinnen, maar óók schippers en schippersvrouwen uit Marken en Volendam. In Frankrijk, Spanje en Marokko zocht hij ook naar kleurrijke figuren: in Bretagne, Galicië, Andalusië en het gebied rond Marrakech. In 1951 hoefde hij niet ver te reizen om mensen uit andere culturen te ontmoeten. In Vught arriveerden meer dan 3.000 Molukkers, ex-KNIL-militairen en hun gezinnen, die werden ondergebracht in Kamp Vught, voor die gelegenheid omgedoopt in Woonoord Lunetten. Lunetten zou tot op de dag van vandaag een ‘Moluks dorp in Nederland’ blijven. Toch is maar één portret van Pijnenburg bewaard gebleven van een vrouw uit de Molukse gemeenschap. Het maakt deel uit van de collectie van het Nationaal Monument Kamp Vught.
Molukse vrouw
De Vughtse kunstenaar Reinier Pijnenburg (1884-1968) schilderde in zijn leven talloze portretten, liefst van mensen in klederdracht. In Nederland waren dat Brabantse boeren en boerinnen, maar óók schippers en schippersvrouwen uit Marken en Volendam. In Frankrijk, Spanje en Marokko zocht hij ook naar kleurrijke figuren: in Bretagne, Galicië, Andalusië en het gebied rond Marrakech. In 1951 hoefde hij niet ver te reizen om mensen uit andere culturen te ontmoeten. In Vught arriveerden meer dan 3.000 Molukkers, ex-KNIL-militairen en hun gezinnen, die werden ondergebracht in Kamp Vught, voor die gelegenheid omgedoopt in Woonoord Lunetten. Lunetten zou tot op de dag van vandaag een ‘Moluks dorp in Nederland’ blijven. Toch is maar één portret van Pijnenburg bewaard gebleven van een vrouw uit de Molukse gemeenschap. Het maakt deel uit van de collectie van het Nationaal Monument Kamp Vught.
Twee bijzondere dorpen (5)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De klas van 1931
Ernstig kijken deze Cromvoirtse kinderen naar de fotograaf. Zij zijn bijna honderd jaar geleden geboren. Hier geen aparte jongens- en meisjesschool met paters en nonnen als leerkrachten, zoals in de meeste Brabantse dorpen gebruikelijk was. Wel typisch Brabants was het dat de kinderen uit grote gezinnen kwamen. Op deze foto staan behalve de tweeling op de tweede rij links verschillende kinderen uit één gezin die maar elf maanden in leeftijd schelen en dus in dezelfde klas zaten. Ondanks dat het crisistijd was en Cromvoirt geen rijk dorp, zien de leerlingen er verzorgd uit. Het meisje in de matrozenjurk, Cor Witlox-Coppens, is in april 96 jaar geworden en is nu de oudste inwoner van Cromvoirt. Zij nam die positie vier jaar geleden over van het meisje met het schoolbord, Anneke van den Braak, later getrouwd met Albert Schuurmans, en tijdens haar leven bekend als ‘Anneke de Smid’ (1923-2016).
De onderwijzer Paymans, links op de foto, speelde een centrale rol in de dorpstwisten tussen ‘ijsberen’ en ‘tijgers’ die het dorp jarenlang teisterden. Twee jaar na het nemen van deze foto werd Cromvoirt bij Vught gevoegd en kwam er een einde aan de partijstrijd. De ouders en grootouders van de klas van 1931 leefden nog onder schamele omstandigheden in een afgelegen dorp. Deze schoolkinderen werden volwassen tijdens de bezetting en stichtten gezinnen tijdens de wederopbouw. Zij maakten met hun kinderen en kleinkinderen Cromvoirt tot het welvarende dorp dat het nu is.
Cees Slegers
De klas van 1931
Ernstig kijken deze Cromvoirtse kinderen naar de fotograaf. Zij zijn bijna honderd jaar geleden geboren. Hier geen aparte jongens- en meisjesschool met paters en nonnen als leerkrachten, zoals in de meeste Brabantse dorpen gebruikelijk was. Wel typisch Brabants was het dat de kinderen uit grote gezinnen kwamen. Op deze foto staan behalve de tweeling op de tweede rij links verschillende kinderen uit één gezin die maar elf maanden in leeftijd schelen en dus in dezelfde klas zaten. Ondanks dat het crisistijd was en Cromvoirt geen rijk dorp, zien de leerlingen er verzorgd uit. Het meisje in de matrozenjurk, Cor Witlox-Coppens, is in april 96 jaar geworden en is nu de oudste inwoner van Cromvoirt. Zij nam die positie vier jaar geleden over van het meisje met het schoolbord, Anneke van den Braak, later getrouwd met Albert Schuurmans, en tijdens haar leven bekend als ‘Anneke de Smid’ (1923-2016).
De onderwijzer Paymans, links op de foto, speelde een centrale rol in de dorpstwisten tussen ‘ijsberen’ en ‘tijgers’ die het dorp jarenlang teisterden. Twee jaar na het nemen van deze foto werd Cromvoirt bij Vught gevoegd en kwam er een einde aan de partijstrijd. De ouders en grootouders van de klas van 1931 leefden nog onder schamele omstandigheden in een afgelegen dorp. Deze schoolkinderen werden volwassen tijdens de bezetting en stichtten gezinnen tijdens de wederopbouw. Zij maakten met hun kinderen en kleinkinderen Cromvoirt tot het welvarende dorp dat het nu is.
Cees Slegers
Twee bijzondere dorpen (4)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De hamer die Vught welvaart én overlast bezorgde
Met een zilveren hamer met houten handvat, vervaardigd door de Bossche zilversmid Th. van Berckel, werd de eerste steen gelegd van de steenweg Den Bosch-Best, die het begin zou vormen van een goede verbinding van handelsstad Den Bosch met Luik. Op de bovenzijde van de hamer staat een gegraveerde inscriptie: ‘Op den 26 April 1742 heeft Antoni Martini zoon van de Heer en Mr Hendrik Bernhard Martini regerend President van 's Hertogenbosch met deesen hamer den eersten steen gelegt aan de straatweg van deese stad op Boxtel waar van Aannemer was Abraham zoon van Jan Louis Verster’. De Bosschenaren vonden het blijkbaar niet nodig om op de hamer ook Vught te vermelden. Het dorp was slechts een noodzakelijke passage door het lage achterland van de stad. Diverse Bossche schepenen hadden financieel bijgedragen aan de totstandkoming van de steenweg, President-schepen Hendrik Bernard Martini voor maar liefst 37.100 gulden en schepen Jan Hendrik van Heurn voor 1000 gulden. De steenweg maakte Vught een stuk toegankelijker voor de koetsjes van de Bossche elite. Zowel de Van Heurns als de Martini’s zouden na verloop van tijd een buitenplaats in Vught stichten. Vele Bossche regenten volgden en brachten werk en welvaart in het dorp. Zo kreeg Vught jaren na de aanleg van de steenweg alsnog een cadeautje uit de hoge Bossche hoed.
Met de aanleg in de negentiende eeuw van de steenweg Den Bosch-Tilburg én de realisatie van een spoorwegennet, werd Vught pas een echt knooppunt van wegen. Daar bleek ook overlast aan vast te zitten. Nadat in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw het autogebruik explosief steeg, stond bij de overweg aan de Helvoirtseweg regelmatig een indrukwekkende file omdat de rijkswegen naar Eindhoven en Tilburg nog altijd dwars door de dorpskern liepen. De realisatie van de N65 en A2 gaven het dorpscentrum enige lucht. De Taalstraat organiseerde zelfs een straatfeest. Maar het leidde op termijn ook tot een nog verdere inklemming van het dorp tussen steeds langere en hogere geluidsschermen van spoor en wegen. Vught kreeg zo ongevraagd een tweede cadeau: een kopie van de Bossche vestingwallen.
Ad van den Oord
De hamer die Vught welvaart én overlast bezorgde
Met een zilveren hamer met houten handvat, vervaardigd door de Bossche zilversmid Th. van Berckel, werd de eerste steen gelegd van de steenweg Den Bosch-Best, die het begin zou vormen van een goede verbinding van handelsstad Den Bosch met Luik. Op de bovenzijde van de hamer staat een gegraveerde inscriptie: ‘Op den 26 April 1742 heeft Antoni Martini zoon van de Heer en Mr Hendrik Bernhard Martini regerend President van 's Hertogenbosch met deesen hamer den eersten steen gelegt aan de straatweg van deese stad op Boxtel waar van Aannemer was Abraham zoon van Jan Louis Verster’. De Bosschenaren vonden het blijkbaar niet nodig om op de hamer ook Vught te vermelden. Het dorp was slechts een noodzakelijke passage door het lage achterland van de stad. Diverse Bossche schepenen hadden financieel bijgedragen aan de totstandkoming van de steenweg, President-schepen Hendrik Bernard Martini voor maar liefst 37.100 gulden en schepen Jan Hendrik van Heurn voor 1000 gulden. De steenweg maakte Vught een stuk toegankelijker voor de koetsjes van de Bossche elite. Zowel de Van Heurns als de Martini’s zouden na verloop van tijd een buitenplaats in Vught stichten. Vele Bossche regenten volgden en brachten werk en welvaart in het dorp. Zo kreeg Vught jaren na de aanleg van de steenweg alsnog een cadeautje uit de hoge Bossche hoed.
Met de aanleg in de negentiende eeuw van de steenweg Den Bosch-Tilburg én de realisatie van een spoorwegennet, werd Vught pas een echt knooppunt van wegen. Daar bleek ook overlast aan vast te zitten. Nadat in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw het autogebruik explosief steeg, stond bij de overweg aan de Helvoirtseweg regelmatig een indrukwekkende file omdat de rijkswegen naar Eindhoven en Tilburg nog altijd dwars door de dorpskern liepen. De realisatie van de N65 en A2 gaven het dorpscentrum enige lucht. De Taalstraat organiseerde zelfs een straatfeest. Maar het leidde op termijn ook tot een nog verdere inklemming van het dorp tussen steeds langere en hogere geluidsschermen van spoor en wegen. Vught kreeg zo ongevraagd een tweede cadeau: een kopie van de Bossche vestingwallen.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpen (3)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De grafzerken van Jacob van Gheel en Marcelis van der Papendonck (Foto’s: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Vughts Museum)
Middeleeuwse priesters
In de dertiende eeuw kwam de Vughtse Lambertuskerk in handen van de Duitse Orde, een ridderorde die in 1190 was ontstaan tijdens de derde kruistocht. De pastorie werd daarmee een commanderij met de pastoor als commandeur. Van twee van die middeleeuwse priesters zijn er nog grafzerken. De oudste ligt tegenwoordig in het depot van het Vughts Museum en bedekte ooit het graf van Jacob van Gheel, alias van Antwerpen. Hij was commandeur van de Duitse Orde in Vught van 1466 tot in 1488. De deels leesbare tekst meldt dat hij op achttienjarige leeftijd intrad bij de orde: HIER LEET BEGR(a)VE(n) DE H(eer) JACOP VA(n) GHEEL DIE TE SINE(n) XVIII JARE(n) W[e]RT O(n)FTAE(n) IN [de o]RDE(n) [... … d]E(n) XXVI DACH JUNII DIE STERF [... xxxviii …] DAGHE(N) IN […]. Het overlijdensjaar is nu niet meer te lezen, maar is in 1957 nog gezien en genoteerd. Centraal op de zerk lag een koperen plaat. Van Gheel liet in 1478 of 1479 bij de Sint-Lambertuskerk een nieuwe pastorie bouwen, een verre voorganger van Zionsburg, betaald door hemzelf en zijn familie.
Restanten van de andere zerk bevinden zich nu in de museumtentoonstelling in DePetrus. Hieronder lag ooit Marcelis van der Papendonck, deservitor in de Sint-Lambertuskerk. Een deservitor was de waarnemer voor de niet residerende parochiepastoor en daarmee in praktische zin de pastoor. De tekst luidt: […]IS VANDER PAPENDONCK DIE / STERF INT JAER M / IIII EN(de) LXXXVII DEN X[…]II DACH IN APRIL De overlijdensdatum was waarschijnlijk 27 april 1487. Centraal op de zerk staan een kelk en, hangend aan een riem, een wapenschild.
Lauran Toorians
Middeleeuwse priesters
In de dertiende eeuw kwam de Vughtse Lambertuskerk in handen van de Duitse Orde, een ridderorde die in 1190 was ontstaan tijdens de derde kruistocht. De pastorie werd daarmee een commanderij met de pastoor als commandeur. Van twee van die middeleeuwse priesters zijn er nog grafzerken. De oudste ligt tegenwoordig in het depot van het Vughts Museum en bedekte ooit het graf van Jacob van Gheel, alias van Antwerpen. Hij was commandeur van de Duitse Orde in Vught van 1466 tot in 1488. De deels leesbare tekst meldt dat hij op achttienjarige leeftijd intrad bij de orde: HIER LEET BEGR(a)VE(n) DE H(eer) JACOP VA(n) GHEEL DIE TE SINE(n) XVIII JARE(n) W[e]RT O(n)FTAE(n) IN [de o]RDE(n) [... … d]E(n) XXVI DACH JUNII DIE STERF [... xxxviii …] DAGHE(N) IN […]. Het overlijdensjaar is nu niet meer te lezen, maar is in 1957 nog gezien en genoteerd. Centraal op de zerk lag een koperen plaat. Van Gheel liet in 1478 of 1479 bij de Sint-Lambertuskerk een nieuwe pastorie bouwen, een verre voorganger van Zionsburg, betaald door hemzelf en zijn familie.
Restanten van de andere zerk bevinden zich nu in de museumtentoonstelling in DePetrus. Hieronder lag ooit Marcelis van der Papendonck, deservitor in de Sint-Lambertuskerk. Een deservitor was de waarnemer voor de niet residerende parochiepastoor en daarmee in praktische zin de pastoor. De tekst luidt: […]IS VANDER PAPENDONCK DIE / STERF INT JAER M / IIII EN(de) LXXXVII DEN X[…]II DACH IN APRIL De overlijdensdatum was waarschijnlijk 27 april 1487. Centraal op de zerk staan een kelk en, hangend aan een riem, een wapenschild.
Lauran Toorians
Twee bijzondere dorpen (2)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De oudste karrensporen in Noord-Brabant
Als je als archeoloog onderzoek doet op de zandgronden, weet je van tevoren dat je heel veel niet gaat vinden. Veel is vergaan: hout en bot verdwijnen snel in de bodem. Vaak is het bovenste deel van de bodem omgewoeld of geploegd in de laatste eeuwen. Soms heb je geluk, zoals Juliette de Winter, bij het onderzoek aan de Sint-Michielsgestelseweg. Het bodemarchief was daar goed bewaard, vanwege een dik middeleeuws plaggendek dat erbovenop lag. Daaronder tekenden zich subtiele sporen af. In het opgravingsvlak waren niet alleen de verkleuringen te zien van de houten palen van een kleine boerderij, ook ondiepe, langgerekte, smalle sporen. Die werden als inslijtingsporen van wielen herkend. Ze lagen precies voor een van de ingangen van de boerderij. Parallel daaraan een rij van kleine paalsporen, een overblijfsel van een vlechtwerkhek.
Van de boerderij is bekend dat deze rond 800 voor Christus op de flank van een dekzandrug is gebouwd. Of de karrensporen uit dezelfde tijd dateren, is niet 100% zeker, maar wel aannemelijk. Door telkens de ossenkar tot aan de boerderij te rijden, sleten de wielen dieper in het zand. Nog nooit zijn er in Noord-Brabant van deze oude karrensporen gevonden. Heel bijzonder dus, dat we nu een beter beeld krijgen over hoe een 2800-jaar oud erf was ingericht. Waar goederen zijn af- en opgeladen en waar ruimtes zijn afgebakend. Met nog meer geluk een volgende keer, vinden we de mens terug, als voetstappen in zand.
Liesbeth Theunissen
De oudste karrensporen in Noord-Brabant
Als je als archeoloog onderzoek doet op de zandgronden, weet je van tevoren dat je heel veel niet gaat vinden. Veel is vergaan: hout en bot verdwijnen snel in de bodem. Vaak is het bovenste deel van de bodem omgewoeld of geploegd in de laatste eeuwen. Soms heb je geluk, zoals Juliette de Winter, bij het onderzoek aan de Sint-Michielsgestelseweg. Het bodemarchief was daar goed bewaard, vanwege een dik middeleeuws plaggendek dat erbovenop lag. Daaronder tekenden zich subtiele sporen af. In het opgravingsvlak waren niet alleen de verkleuringen te zien van de houten palen van een kleine boerderij, ook ondiepe, langgerekte, smalle sporen. Die werden als inslijtingsporen van wielen herkend. Ze lagen precies voor een van de ingangen van de boerderij. Parallel daaraan een rij van kleine paalsporen, een overblijfsel van een vlechtwerkhek.
Van de boerderij is bekend dat deze rond 800 voor Christus op de flank van een dekzandrug is gebouwd. Of de karrensporen uit dezelfde tijd dateren, is niet 100% zeker, maar wel aannemelijk. Door telkens de ossenkar tot aan de boerderij te rijden, sleten de wielen dieper in het zand. Nog nooit zijn er in Noord-Brabant van deze oude karrensporen gevonden. Heel bijzonder dus, dat we nu een beter beeld krijgen over hoe een 2800-jaar oud erf was ingericht. Waar goederen zijn af- en opgeladen en waar ruimtes zijn afgebakend. Met nog meer geluk een volgende keer, vinden we de mens terug, als voetstappen in zand.
Liesbeth Theunissen
Vughts Museum herdenkt Aart van Woensel
Begin december overleed op negentigjarige leeftijd Aart van Woensel, een Vughtse leerkracht en kunstenaar. Van Woensel werd in 1929 in Velsen geboren. Vanaf 1969 woonde hij in Vught. Jarenlang was hij docent geschiedenis, Nederlands en tekenen aan de Reeburg Mavo. Daarnaast tekende en etste hij landschappen, gebouwen en dorpsgezichten. In Vught maakte hij tientallen pentekeningen en aquarellen van bekende Vughtse locaties zoals het Raadhuis, de Vughtse Toren, de Vughtse Heide en de IJzeren Man. Maar er is bijna geen gemeente in Nederland waar hij niet tekende. Veel tekeningen kwamen terecht in boekjes, zoals Vught in tekeningen, Esch in tekeningenen Huisjes van ons moeder, Mariakapellen in Noord Brabant. Honderden van zijn werken schonk Aart van Woensel in de afgelopen jaren aan het Vughts Museum. In 2016 organiseerde het museum in het Gripshuis de tentoonstelling ‘Vughtse Meesters’, met onder andere tekeningen van Van Woensel over Vught. Ter gelegenheid van Van Woensels overlijden wijdt het Vughts Museum in DePetrus een kleine herdenkingstentoonstelling aan deze innemende Vughtse kunstenaar. Foto: Een gedeelte van de tentoonstelling met werken van Aart van Woensel in DePetrus (foto: Vughts Museum)
Twee bijzondere dorpen (1)
Op 13 november van dit jaar verschijnt een omvangrijk en rijk geïllustreerd boek over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In de komende tijd vertellen auteurs van het boek in deze rubriek een miniverhaal over iets dat zij bij het werken aan dit boek zijn tegengekomen.
De ‘blauwe wagen’
Wanneer ik als kind rare streken uithaalde, werd mij in ons dorp vaak gezegd: ‘Pas mar op, daolek komt den blaawe waoge öt Vught oe haole’. Omdat ik duimde wilde de Sint van onze kleuterschool me in de zak en met de stoomboot meenemen. Artsen dreigden met de Krabbebossen omdat ik als mager sprietje niet aan de normen van Joris Driepinter voldeed. Spanje, West-Brabant én Vught waren voor mij als kind de hel op aarde. Pas vele decennia later zou ik die laatste ‘hel’ als historicus gaan onderzoeken. De ‘blauwe wagen’ bleek gekoppeld aan de Psychiatrische Inrichting Voorburg. Daar werden patiënten uit heel Brabant in lange zalen, met grote crucifixen aan de muren, de hele dag in bed gehouden. Mannen en vrouwen strikt gescheiden, tot in de kapel toe. Later kwam de arbeidstherapie op en in de democratiseringsjaren werd er druk geëxperimenteerd. Patiënten mochten zelfs met elkaar trouwen. Maar hoe zat het nu met die ‘blauwe wagen’? Het ambulancemuseum kon mij geen uitsluitsel geven. Was misschien de in 1939 door Voorburg gehuurde Chevrolet-Sedan blauw? Maar in Rotterdam en Venray werd de term ook gebezigd. De kleur blauw is al vele eeuwen verweven met zotternij. Zou de patiënten-wagen niet vernoemd zijn naar de blauwe schuit oftewel het narrenschip van Jeroen Bosch dat op weg was naar het land der dwazen? In Vught weten ze het ook niet. Maar in Helvoirt wonen hele slimme mensen. Dus kijkt u maar eens goed naar de foto uit hun carnavalsoptocht. Of beter nog: lees straks ons boek.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpenis een uitgave van de Stichting Erfgoed Vught en Bruna Vught.
De prijs bedraagt € 39,50 (376 pagina’s!). De intekenprijs is € 35,00. Intekenen kan hier.
De ‘blauwe wagen’
Wanneer ik als kind rare streken uithaalde, werd mij in ons dorp vaak gezegd: ‘Pas mar op, daolek komt den blaawe waoge öt Vught oe haole’. Omdat ik duimde wilde de Sint van onze kleuterschool me in de zak en met de stoomboot meenemen. Artsen dreigden met de Krabbebossen omdat ik als mager sprietje niet aan de normen van Joris Driepinter voldeed. Spanje, West-Brabant én Vught waren voor mij als kind de hel op aarde. Pas vele decennia later zou ik die laatste ‘hel’ als historicus gaan onderzoeken. De ‘blauwe wagen’ bleek gekoppeld aan de Psychiatrische Inrichting Voorburg. Daar werden patiënten uit heel Brabant in lange zalen, met grote crucifixen aan de muren, de hele dag in bed gehouden. Mannen en vrouwen strikt gescheiden, tot in de kapel toe. Later kwam de arbeidstherapie op en in de democratiseringsjaren werd er druk geëxperimenteerd. Patiënten mochten zelfs met elkaar trouwen. Maar hoe zat het nu met die ‘blauwe wagen’? Het ambulancemuseum kon mij geen uitsluitsel geven. Was misschien de in 1939 door Voorburg gehuurde Chevrolet-Sedan blauw? Maar in Rotterdam en Venray werd de term ook gebezigd. De kleur blauw is al vele eeuwen verweven met zotternij. Zou de patiënten-wagen niet vernoemd zijn naar de blauwe schuit oftewel het narrenschip van Jeroen Bosch dat op weg was naar het land der dwazen? In Vught weten ze het ook niet. Maar in Helvoirt wonen hele slimme mensen. Dus kijkt u maar eens goed naar de foto uit hun carnavalsoptocht. Of beter nog: lees straks ons boek.
Ad van den Oord
Twee bijzondere dorpenis een uitgave van de Stichting Erfgoed Vught en Bruna Vught.
De prijs bedraagt € 39,50 (376 pagina’s!). De intekenprijs is € 35,00. Intekenen kan hier.
Schatten van Vught #4 over 1629 en Napoleon
‘Schatten van Vught’ is het tijdschrift van Stichting Erfgoed Vught, die eerder de Vughtse Historische Reeks uitbracht. Elk kwartaal verschijnen in dit tijdschrift artikelen over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. Afgelopen week verscheen deel 4 van de tweede jaargang, gewijd aan twee onderwerpen. Jacques Baartmans beschrijft Nederlandse literatuur over de belegering en verovering van ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik in 1629. Kasteel Maurick was toen het hoofdkwartier van de Prins en Vught zijn legerplaats. Vondel, Hooft en Constantijn Huygens en vele anderen wijdden gedichten aan deze militaire operatie en de overwinning van de Staatse troepen. Redactielid Serge van Duijnhoven vult dit verhaal aan met biografietjes over de drie belangrijkste dichters. Daarna gaat Mira Ficq-Weijnen op zoek naar informatie over de doorkomst door Vught van leden van de familie Bonaparte. Bij de inhuldiging van koning Louis Napoleon werd de klok van de Sint-Pieter kapot geluid. Vanwege gezondheidsklachten moest hij zijn kennismakingstocht door Nederland afbreken. Zijn vrouw Hortense kwam wel door Vught op 26 september 1806. In 1809 maakte de koning een tocht door Noord-Brabant en passeerde hij op 18 april Vught. Toen zijn broer Napoleon keizer van Frankrijk was geworden en Brabant had opgenomen in zijn keizerrijk, bezocht hij op 6 mei 1810 Breda en ’s-Hertogenbosch. Vught werd in vliegende vaart gepasseerd. De redactie schrijft in zijn voorwoord: ‘De vergelijking met de doortocht van de Tour de France in Vught in 1996 dringt zich op: er was veel publiek, het ging snel, er werd niet gestopt en er was weinig aandacht in de media…’.
‘Schatten van Vught’ is verkrijgbaar bij de Brunawinkels in Vught en bij de Wereldwinkel in DePetrus. Losse nummers kosten 7,50. Wie een abonnement wil kan hier lid worden.
‘Schatten van Vught’ is verkrijgbaar bij de Brunawinkels in Vught en bij de Wereldwinkel in DePetrus. Losse nummers kosten 7,50. Wie een abonnement wil kan hier lid worden.
Muntschat en andere vondsten in Vught
Vught kampt met een behoorlijke achterstand op het gebied van archeologie. Gelukkig lijkt daar sinds enkele jaren verandering in te komen. Zowel de gemeente Vught en als particuliere eigenaren hebben in de afgelopen tijd belangrijke opgravingen laten verrichten. Over drie onderzoeken wordt verslag gedaan in een themanummer van Schatten van Vught. Annemarie Pels-Ouweneel en Michiel Kruithof beschrijven het onderzoek op het Maurickplein en de belangrijke muntvondst die daar is gedaan: 158 munten uit de eerste helft van de twaalfde eeuw. Dus lang voordat Den Bosch werd gesticht! Valentijn van den Brink vertelt wat de opgravingen bij kasteel Spreeuwenburg aan de Taalstraat heeft opgeleverd: onder andere vondsten uit de tweede helft van de elfde, of het begin van de twaalfde eeuw. Dan volgt Juliette de Winter die bericht over het onderzoek op het Isabellaveld, het slagveld aan de voet van Fort Isabella tijdens het beleg van ’s-Hertogenbosch door Frederik Hendrik (1629). De belangrijkste vondsten daar waren resten van gesneuvelde soldaten en overblijfselen van het hoornwerk dat hoorde bij Fort Isabella. Tenslotte schrijven Eugene Ball en Antoinette Huijbers meer algemeen over ‘Archeologie in Vught’, waarbij ze de drie beschreven onderzoeken van een context voorzien, met een terugblik en een blik op de toekomst. Ze wijzen er daarbij op dat het belangrijk is voor Vught dat bij komende grote projecten archeologisch onderzoek tijdig wordt ingepland.Schatten van Vught, jaargang 2, nr. 3 (april 2020) is te koop in de Vughtse Brunawinkels of te bestellen via [email protected].
De 'Kwartaalkast' in DePetrus
Het Vughts Museum presenteert in DePetrus in Vught een permanente expositie over de geschiedenis van Vught en Cromvoirt. In die expositie wordt ook aandacht besteed aan de uitgebreide kunstcollectie van het museum. Kunst is kwetsbaar voor wisselende temperaturen, licht en vochtigheid. Daarom worden schilderijen op de expositierekken in DePetrus na een jaar vervangen door andere.
De mogelijkheden voor nog actieve kunstenaars om te exposeren in DePetrus zijn echter gering. Daarom komt het museum nu met de ´Kwartaalkast´. Daarin kunnen kunstenaars één of meer werken een kwartaallang exposeren. In aanmerking komen Vughtse kunstenaars, zowel jonge als gevestigde, bekend of pas afgestudeerd, met abstract of figuratief werk, ingetogen of uitbundig; alles kan. Uitgangspunt is dat de maker professioneel werkzaam is als beeldend kunstenaar. Dat kan gaan om uiteenlopende disciplines: schilder, fotograaf, videomaker, performance-kunstenaar, vormgever, designer etcetera. Belangstellenden kunnen zich melden bij de werkgroep Kunst van het Vughts Museum ([email protected]).
De eerste kunstenaar die in de ´Kwartaalkast´ exposeert is Stijn Molenkamp. Molenkamp trok in de afgelopen jaren aandacht met zijn ´zeeschappen´. Een indrukwekkend werk van zijn hand is verder de Santiago Codex, een verzameling van 19 schilderijen, geïnspireerd op het boek De weg voorbijvan Maarten van Rooy. De kast bevindt zich in de open creatieve ruimte in DePetrus.
De mogelijkheden voor nog actieve kunstenaars om te exposeren in DePetrus zijn echter gering. Daarom komt het museum nu met de ´Kwartaalkast´. Daarin kunnen kunstenaars één of meer werken een kwartaallang exposeren. In aanmerking komen Vughtse kunstenaars, zowel jonge als gevestigde, bekend of pas afgestudeerd, met abstract of figuratief werk, ingetogen of uitbundig; alles kan. Uitgangspunt is dat de maker professioneel werkzaam is als beeldend kunstenaar. Dat kan gaan om uiteenlopende disciplines: schilder, fotograaf, videomaker, performance-kunstenaar, vormgever, designer etcetera. Belangstellenden kunnen zich melden bij de werkgroep Kunst van het Vughts Museum ([email protected]).
De eerste kunstenaar die in de ´Kwartaalkast´ exposeert is Stijn Molenkamp. Molenkamp trok in de afgelopen jaren aandacht met zijn ´zeeschappen´. Een indrukwekkend werk van zijn hand is verder de Santiago Codex, een verzameling van 19 schilderijen, geïnspireerd op het boek De weg voorbijvan Maarten van Rooy. De kast bevindt zich in de open creatieve ruimte in DePetrus.
Reinier Pijnenburg, schilder en bon-vivant
Expositie en boek
Jarenlang woonde en werkte schilder Reinier Pijnenburg op villa Bleijendijk in Vught. Hij werd geboren op 19 februari 1884 in ´Huisje ten Halve´ aan de Taalstraat. Regelmatig verbleef hij in Frankrijk (Parijs), Spanje en Marokko. Dichter bij huis voelde hij zich aangetrokken tot ‘klederdracht’-dorpen, zoals Marken en Volendam. Zoals bij veel schilders werd zijn palet beïnvloed door deze wisselende omgevingen: sombere kleuren in Brabant en felle tinten in het zonnige zuiden. Een Spaanse krant schrijft in 1924 over een tentoonstelling van Pijnenburg in Bercelona: ´Pijnenburg, even ijverig als eerlijk, is de nevelen van zijn geboorteland ontvlucht, om onder de Spaansche zon te komen schilderen, op gevaar af om door ’t licht te worden meegesleept, maar hij heeft zich weten te behoeden voor een neerstorting in den afgrond, is bijtijds gekeerd en vervolgt nu zijn eigen weg langs de paden van het impressionistisch realisme, waar hij zich in zijn element voelt´. Als hij weer terug is in Vught schrijft Huib Luns: ´Nu is Pijnenburg een echte Vughtse jongen met vriendelijke fransche manieren. Jaren in Parijs doorgebracht en langdurig verblijf in Spaansche steden hebben hem ten slotte toch weer tot Brabantsche onderwerpen gebracht die hij met een palet van luministische keuze met durf en vaak op groote schaal vertolkt´. Pijnenburg zou ook door de jongere generatie van Vughtse kunstenaars met respect behandeld worden. Hij overleed op 1 september 1968.
Veronica Dénis-Van Sleeuwen schreef een boek over haar oom Reinier en speelde een belangrijke rol bij de samenstelling van de overzichtstentoonstelling in het Vughts Museum. Het boek wordt gepresenteerd op 19 januari 2020, om 16.00 uur, tijdens de opening van de tentoonstelling in DePetrus te Vught. Behalve schilderijen uit de eigen collectie van het Vughts Museum, zullen ook bruiklenen van andere musea, waaronder het Noordbrabants Museum, te zien zijn. Ook veel onbekend werk uit particulier bezit zal worden geëxposeerd.
Jarenlang woonde en werkte schilder Reinier Pijnenburg op villa Bleijendijk in Vught. Hij werd geboren op 19 februari 1884 in ´Huisje ten Halve´ aan de Taalstraat. Regelmatig verbleef hij in Frankrijk (Parijs), Spanje en Marokko. Dichter bij huis voelde hij zich aangetrokken tot ‘klederdracht’-dorpen, zoals Marken en Volendam. Zoals bij veel schilders werd zijn palet beïnvloed door deze wisselende omgevingen: sombere kleuren in Brabant en felle tinten in het zonnige zuiden. Een Spaanse krant schrijft in 1924 over een tentoonstelling van Pijnenburg in Bercelona: ´Pijnenburg, even ijverig als eerlijk, is de nevelen van zijn geboorteland ontvlucht, om onder de Spaansche zon te komen schilderen, op gevaar af om door ’t licht te worden meegesleept, maar hij heeft zich weten te behoeden voor een neerstorting in den afgrond, is bijtijds gekeerd en vervolgt nu zijn eigen weg langs de paden van het impressionistisch realisme, waar hij zich in zijn element voelt´. Als hij weer terug is in Vught schrijft Huib Luns: ´Nu is Pijnenburg een echte Vughtse jongen met vriendelijke fransche manieren. Jaren in Parijs doorgebracht en langdurig verblijf in Spaansche steden hebben hem ten slotte toch weer tot Brabantsche onderwerpen gebracht die hij met een palet van luministische keuze met durf en vaak op groote schaal vertolkt´. Pijnenburg zou ook door de jongere generatie van Vughtse kunstenaars met respect behandeld worden. Hij overleed op 1 september 1968.
Veronica Dénis-Van Sleeuwen schreef een boek over haar oom Reinier en speelde een belangrijke rol bij de samenstelling van de overzichtstentoonstelling in het Vughts Museum. Het boek wordt gepresenteerd op 19 januari 2020, om 16.00 uur, tijdens de opening van de tentoonstelling in DePetrus te Vught. Behalve schilderijen uit de eigen collectie van het Vughts Museum, zullen ook bruiklenen van andere musea, waaronder het Noordbrabants Museum, te zien zijn. Ook veel onbekend werk uit particulier bezit zal worden geëxposeerd.
DePetrus steunt actie voor de Molukken
Ontmoetingscentrum DePetrus ondersteunt acties om geld op de te halen voor de slachtoffers van de aardbevingsramp op de Molukken. In de tweede helft van 2019 werden de Molukse eilanden bij herhaling getroffen door zware aardbevingen. Daarbij vielen doden en gewonden. De materiële schade was enorm. Veel mensen ontvluchtten hun dorpen. Ze zijn dakloos. In Nederland schokte het nieuws de Molukse gemeenschap die hulpacties op gang bracht. In de media was de aandacht beperkt, omdat al snel aardbevingen in de Filipijnen en branden in Australië volgden. In Molukkersgemeenten werd het gemeentebestuur om hulp gevraagd. Zo ook de Vughtse gemeenteraad. Die besloot de opbrengst van acties onder de bevolking te verdubbelen tot maximaal 10.000 euro. Maar die verdubbeling vindt alleen plaats voor zover de burgers geld bijdragen. Daarom is in de DePetrus een collectebus geplaatst met de oproep om de getroffen bevolking van de Molukken te helpen. Rond de collectebus heeft de bibliotheek boeken uit de zogenaamde 'Molukkencollectie' geplaatst, met informatie over de Molukken, de Molukkers dáár en de Molukse gemeenschap in Nederland. De actie in DePetrus duurt tot eind januari.